Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Windrichting Aflezen - Casio 5114 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

tes en schrikkeljaren mogelijk. Nadat u de datum hebt ingesteld, is er geen reden om deze
nog weer te veranderen, behalve wanneer u de oplaadbare batterij van het horloge hebt
laten vervangen of nadat het energieniveau onder niveau 5 daalt.

De windrichting aflezen

De Kompasmodus gebruikt de richtingsensor van het horloge om het magnetische noorden te
detecteren. De secondewijzer geeft het magnetische noorden aan en de digitale display toont
één van de 16 windrichtingen en een hoekwaarde.
De windrichting aflezen
Noorden aangegeven
12 o'clock
12-uurs-
North indicated by
door de secondewijzer
position
second hand
positie
1. Controleer of het horloge in de Tijdfunctiemodus of
één van de sensormodi staat.
• De sensormodi zijn Kompasmodus, Barometer-/ther-
mometermodus en Hoogtemetermodus.
2. Plaats het horloge op een vlak oppervlak. Als u het
horloge draagt, moet u ervoor zorgen dat uw pols
horizontaal is ten opzichte van de horizon.
3. Richt de 12-uurspositie van het horloge in de wind-
Windrichting-
Direction
richting die u wilt meten.
schaal
scale
4. Druk op [C] om de windrichtingmeting te starten, wat
Hoekwaarde (in graden)
Angle value (in degrees)
wordt aangegeven door COMP dat op de digitale dis-
play verschijnt.
NW
270
0
• Voor informatie over de resultaten van windrichting-
metingen, zie "Resultaten van windrichtingmetingen
interpreteren".
5. Als u klaar bent met het meten van de windrichting
drukt u op [D] om terug te keren naar de Tijdfunctie-
modus.
180
90
Resultaten van windrichtingmetingen interpreteren
• Wanneer u op [C] druk verschijnt COMP op de digitale display om aan te geven dat de
windrichtingmeting is gestart.
• Na ongeveer twee seconden beweegt de secondewijzer en geeft het magnetische noorden
aan. De digitale display toont of de hoek tussen het magnetische noorden en de 12-uurs-
positie van het horloge, of één van de 16 windrichtingindicatoren.
• Het horloge werkt de richtingsmeting ongeveer iedere seconde bij gedurende ongeveer 20
seconden, daarna stopt het. Op de digitale display wordt - -
secondewijzer beweegt naar COMP (onder de [C]-knop) om aan te geven dat de windrich-
tingmeting is voltooid. Als u door wilt gaan met het uitlezen van de windrichting drukt u
opnieuw op [C].
• Wanneer u op dit moment op [E] drukt schakelt de digitale display tussen de hoekwaarde
en een windrichtingindicator van één, twee of drie karakters.
• De schakelaar voor automatische verlichting is uitgeschakeld gedurende de 20 seconden
dat de windrichting wordt gemeten.
• De onderstaande tabel geeft een overzicht van de betekenissen van de afkortingen die
worden gebruikt voor de windrichtingindicatoren die verschijnen op de digitale display.
Windrichting
Betekenis
Windrichting
Betekenis
N
Noord
NNE
Noordnoordoost
E
Oost
ESE
Oostzuidoost
S
Zuid
SSW
Zuidzuidwest
W
West
WNW
Westnoordwest
• De foutmarge voor de hoekwaarde en de windrichtingindicator bedraagt 11 graden wan-
neer het horloge horizontaal is ten opzichte van de horizon. Als de aangegeven windrich-
ting bijvoorbeeld noordwest (NW) en 315 graden is, kan de werkelijke windrichting alles
tussen 304 en 326 graden zijn.
• Als de secondewijzer naar 12 uur (noord) wijst, toont de digitale display een naar boven
wijzende witte pijl op een zwarte achtergrond.
• De kleine schaalverdeling in het midden van wijzerplaat is een windrichtingschaal. U
kunt de windrichtingschaal gebruik om een indruk te krijgen van het aantal graden dat de
12-uurpositie van het horloge (met de klok mee) verwijderd is van de noordelijke indicatie
van de secondewijzer. De windrichtingschaal is onderverdeeld in stappen van 10 graden.
Sommige modellen beschikken niet over een windrichtingschaal.
• Indien het horloge bij een meting niet horizontaal ten opzichte van de horizon wordt
gehouden, kan de meetafwijking groot zijn.
• U kunt de positioneringssensor kalibreren als u vermoedt dat de windrichtingmeting
onjuist is.
• Een eventuele windrichtingmeting wordt tijdelijk stopgezet wanneer het horloge een waar-
schuwingshandeling uitvoert (dagelijks alarmsignaal, uursignaal, waarschuwingssignaal
afteltimer) of wanneer de verlichting wordt ingeschakeld, door op L te drukken. Nadat de
handeling die de meting onderbrak is voltooid, hervat en voltooit het horloge de meethan-
deling.
• Voor voorzorgsmaatregelen die in acht moeten worden genomen bij het gebruiken van de
Kompasmodus, zie "Voorzorgsmaatregelen kompas".
De positioneringssensor kalibreren
Wanneer u het gevoel hebt dat de windrichtingmetingen die het horloge produceert er naast
zitten, moet de positioneringssensor kalibreren. Er bestaan drie kalibratiemethoden: magneti-
sche declinatiecorrectie, bi-directionele kalibratie en noordelijke kalibratie.
Magnetische declinatiecorrectie
Bij magnetische declinatiecorrectie voert u een magnetische declinatiehoek in (het verschil
tussen het magnetische noorden en het echte noorden), waardoor het horloge het echte noor-
den kan aanwijzen. U kunt deze procedure volgen wanneer de magnetische declinatiehoek is
aangegeven op de kaart die u gebruikt. U kunt de declinatiehoek alleen in hele graden opge-
ven. Wellicht moet u de waarden die op de kaart worden gegeven dus afronden. Als uw kaart
de declinatiehoek aangeeft als 7,4", voert u 7" in. In het geval van 7,6" wordt dat 8". Voor 7,5"
kunt u zowel 7" als 8" opgeven.
Bi-directionele kalibratie en noordelijke kalibratie
Met bi-directionele kalibratie en noordelijke kalibratie kalibreert u de nauwkeurigheid van de
positioneringssensor ten opzichte van het magnetische noorden. U gebruikt bi-directionele
kalibratie wanneer u metingen wilt verrichten in een gebied dat is blootgesteld aan magne-
tische krachten. Dit type kalibratie moet u gebruiken als het horloge om de een of andere
reden magnetisch is geworden. Met noordelijke kalibratie "leert" u het horloge waar het noor-
den is. U dient dit vast te stellen met een ander kompas of op een andere manier.
Belangrijk!
Hoe nauwkeuriger u de bi-directionele uitvoert, des nauwkeuriger de metingen van de posi-
tioneringssensor zullen zijn. U moet een bi-directionele kalibratie uitvoeren wanneer u van
omgeving verandert waarin u de positioneringssensor gebruikt en wanneer u het gevoel hebt
dat de positioneringssensor onjuiste meetwaarden produceert.
Een magnetische declinatiecorrectie uitvoeren
Windrichtingwaarde van de
Magnetic declination
1. Houd in de Kompasmodus [E] ingedrukt totdat één van
magnetische declinatiehoek
angle direction value
de volgende stappen wordt weergegeven.
(E, W of 0°)
(E, W, or 0°)
• Hold SET wordt op de digitale display weergegeven.
• Dit is het instelscherm.
2. Gebruik [A] (oost) of [C] (west) om de instellingen te wij-
zigen.
• In het volgende gedeelte worden de windrichtinginstel-
lingen van magnetische declinatiehoek uitgelegd.
0": Geen magnetische declinatiecorrectie uitgevoerd.
De magnetische declinatiehoek bij deze instelling is
Waarde van de magnetische
Magnetic declination
"0".
declinatiehoek
angle value
- weergegeven en de
Windrichting
Betekenis
Windrichting
Betekenis
NE
Noordoost
ENE
Oostnoordoost
SE
Zuidoost
SSE
Zuidzuidoost
SW
Zuidwest
WSW
Westzuidwest
NW
Noordwest
NNW
Noordnoordwest
Instellingen magnetische declinatie knipperen.
movi ng t i me for wa rd
E:
Wanneer het magnetische noorden naar het oosten ligt (oostelijke declinatie)
W:
Wanneer het magnetische noorden naar het westen ligt (westelijke declinatie)
• U kunt bij deze instellingen een waarde kiezen binnen een bereik van W 90 en E 90.
• Om de magnetische declinatie terug te zetten naar de fabrieksinstelling drukt u [A] en
[C] tegelijk in. Hierdoor wordt OFF weergegeven op de digitale display. Na ongeveer één
seconde wijzigt de magnetische declinatie naar 0 graden.
• De illustratie toont de windrichtingwaarde van de declinatiehoek en de hoekwaarde die u
moet selecteren wanneer er op een kaart een magnetische declinatie wordt vermeld van
"West 1".
3. Wanneer u de gewenste instelling hebt bereikt, drukt u op [E] om het instelscherm te ver-
laten.
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot bi-directionele kalibratie
• Voor bi-directionele kalibratie kunt u elk paar tegenovergestelde windrichtingen kiezen.
Ze moeten echter beslist 180 graden tegenovergesteld zijn. Als u de procedure incorrect
uitvoert, geeft de positioneringssensor de verkeerde meetwaarden.
• Beweeg het horloge niet zolang het kalibreren van de windrichtingen aan de gang is.
• U moet de bi-directionele kalibratie in eenzelfde omgeving uitvoeren als waarin u wind-
richtingmetingen wilt gaan verrichten. Als u bijvoorbeeld van plan bent windrichtingmetin-
gen in een open veld te gaan doen, kalibreer dan in een open veld.
Een bi-directionele kalibratie uitvoeren
• Op dit moment geeft de digitale display -1- weer, ten teken dat het horloge gereed is om
de eerste windrichting te kalibreren.
3. Plaats het horloge op een oppervlak dat waterpas is in een willekeurige windrichting en
druk op [C] voor de kalibratie van de eerste windrichting.
De digitale display laat tijdens het kalibreren - - - zien. Wanneer de kalibratie succesvol
was, wordt op de digitale display -2- weergegeven. Dit betekent dat het horloge klaar is
voor de kalibratie van de tweede windrichting.
• De kalibratie duurt ongeveer 13 seconden. Beweeg het horloge niet tijdens het kalibreren.
4. Draai het horloge 180 graden.
5. Druk opnieuw op [C] om de tweede windrichting te kalibreren.
De digitale display laat tijdens het kalibreren - - - zien. Wanneer de kalibratie gelukt is,
laat de digitale display OK zien en gaat dan naar het scherm voor de Kompasmodus ( - -
- ).
Een noordelijke kalibratie uitvoeren
Belangrijk!
Als u zowel een noordelijke als een bi-directionele kalibratie wilt uitvoeren, doe dan de bi-di-
rectionele kalibratie eerst en daarna de noordelijke kalibratie. Dat is nodig omdat een bi-di-
rectionele kalibratie elke bestaande noordelijke kalibratie tenietdoet.
3. Plaats het horloge op een oppervlak dat waterpas is en wel zo dat de 12-uurspositie naar
het noorden wijst (gemeten met een ander kompas).
4. Druk op [C] om het kalibreren te starten.
• De digitale display laat tijdens het kalibreren - - - zien. Wanneer de kalibratie gelukt
is, laat de digitale display OK zien en gaat dan naar het scherm voor de Kompasmodus
( - - - ).
Het kompas gebruiken bij het bergbeklimmen of het wandelen
Dit gedeelte bevat twee praktische toepassingen voor het gebruik van het ingebouwde kom-
pas van het horloge.
• Een kaart instellen en uw actuele positie vinden
Bij het bergbeklimmen of wandelen is het belangrijk om te weten waar u zich bevindt.
Hiertoe moet u de "kaart instellen", dat wil zeggen de kaart aanpassen, zodat de positi-
onering die erop wordt aangegeven, overeenkomt met de werkelijke coördinaten van uw
positie. Wat u eigenlijk doet, is noord op de kaart in overeenstemming brengen met noord
zoals dat door het horloge wordt aangegeven.
• De positionering naar een doel vinden
Een kaart instellen en uw actuele positie vinden
1. Plaats het horloge, dat om uw pols zit, zo dat de wijzerplaat horizontaal is.
2. In de Tijdfunctiemodus of een van de sensormodi drukt u op [C] om een kompasmeting te
doen.
• De meetwaarde verschijnt na circa twee seconden op de digitale display en de seconde-
wijzer wijst naar het noorden.
Noorden aangegeven
North indicated
op de kaart
on the map
Current
Huidige
N
location
positie
N
Noorden aangegeven door
North indicated by
noordaanwijzer
second hand
Doel
Objective
Current
Huidige
location
positie
12-uurs-
12 o'clock
position
positie
North indicated by
Noorden aangegeven door
second hand
de secondewijzer
© CA S I O B e n e l u x B .V. A m s t e l v e e n -
1. Houd in de Kompasmodus [E] ingedrukt totdat één van de
volgende stappen wordt weergegeven.
• Hold SET wordt op de digitale display weergegeven.
Instellingen magnetische declinatie knipperen.
• Dit is het instelscherm.
2. Druk op [D] om het instelscherm voor de bi-directionele
kalibratie weer te geven.
1. Houd in de Kompasmodus [E] ingedrukt totdat één van de
volgende stappen wordt weergegeven.
• Hold SET wordt op de digitale display weergegeven. •
Instellingen magnetische declinatie knipperen.
• Dit is het instelscherm.
2. Druk tweemaal op [D] om het instelscherm voor de noorde-
lijke kalibratie weer te geven.
• Op dit moment verschijnt -N- (noorden) op de digitale dis-
play.
3. Draai de map zonder het horloge te verplaatsen zo dat
de het noorden op de kaart overeenkomt met het noor-
den op het horloge.
• Als de horloge is geconfigureerd om het magneti-
sche noorden aan te geven, breng dan het magneti-
sche noorden van de kaart in lijn met het horloge. Als
het horloge is geconfigureerd met een declinatie voor
correctie naar het echte noorden, breng dan het echte
noorden van de kaart in lijn met het horloge. Raadpleeg
voor details over de correctie van magnetische declina-
tie het gedeelte "De positioneringssensor kalibreren".
• Hiermee brengt u de positionering van de kaart in over-
eenstemming met uw actuele positie.
4. Bepaal uw positie terwijl u de geografische contouren
om u heen controleert.
De positionering naar een doel vinden
1. Stel de kaart zo in dat het noorden in lijn is met het
noorden op het horloge en bepaal uw actuele positie.
• Raadpleeg "Een kaart instellen en uw actuele positie
vinden" voor het uitvoeren van de bovenstaande stap.
2. Plaats de kaart zo dat de richting waarnaar u wilt reizen
op de kaart recht vooruit wijst.
3. Plaats het horloge, dat om uw pols zit, zo dat de wijzer-
plaat horizontaal is.
4. I n de Tijdfunctiemodus of een van de sensormodi drukt
u op [C] om een kompasmeting te doen.
• De meetwaarde verschijnt na circa twee seconden op
de digitale display en de secondewijzer wijst naar het
noorden.
5. Blijf de kaart voor u houden en draai uw lichaam naar
het noorden totdat het noorden op het horloge en het
noorden op de kaart in lijn zijn.
• Hiermee brengt u de positionering van de kaart in over-
eenstemming met uw actuele positie en is de richting
naar uw doel recht vooruit.
W W W. C A S I O . N L

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Casio 5114

Inhoudsopgave