Een modus selecteren
• Op de afbeelding hieronder ziet u welke knoppen u moet gebruiken om tussen de modi te
navigeren.
• Om vanuit een andere modus naar de Tijdfunctiemodus terug te keren houdt u [D] onge-
veer twee seconden ingedrukt.
• Druk in ongeacht welke modus op L om de display te verlichten.
Countdown
Timer Mode
Stopwatch Mode
Afteltimermodus
Stopwatchmodus
World Time
Alarm Mode
Mode
Alarmsignaalmodus
Wereldtijdmodus
Algemene functies (alle modi)
De functies en handelingen die in dit gedeelte worden beschreven kunnen in alle modi wor-
den gebruikt.
Automatische terugkeerfuncties
• Het horloge keert automatisch naar de Tijdfunctiemodus terug als u gedurende ongeveer
twee of drie minuten geen enkele handeling uitvoert in de Modus gegevens uit geheugen
oproepen, Alarmsignaalmodus, Ontvangstmodus of Aanpassingsmodus thuispositie wij-
zers.
• Als u de digitale display twee of drie minuten laat staan met een knipperende instelling
zonder op een knop te drukken, verlaat het horloge automatisch het instelscherm.
Als eerste weergegeven schermen
Wanneer u het horloge in de Modus gegevens uit geheugen oproepen, Wereldtijdmodus,
Alarmsignaalmodus, Kompasmodus of Barometer-/thermometermodus zet, worden de gege-
vens die u het laatst bekeek bij het verlaten van de modus als eerste getoond.
Scrollen
De [A]- en [C]-knoppen worden gebruikt om door de instelling op de digitale display te scrol-
len wanneer een instelscherm wordt weergegeven en de wijzers van het horloge handmatig te
bewegen. In de meeste gevallen wordt door het indrukken van één van deze knoppen de han-
deling op hoge snelheid uitgevoerd.
Tijdfunctie
Gebruik de Tijdfunctiemodus (HOME) om de huidige tijd en datum in te stellen en te bekijken.
• Druk in de Tijdfunctiemodus op [E] om de digitale display te schakelen tussen de dag van
de week en de drukgrafiek.
Dag van de week
Day of the Week
Seconde-
Second
wijzer
hand
Uren-
Hour
wijzer
hand
Minuten-
Minute
wijzer
hand
Maand – Dag
Dag van de week
Month Day
Day of week
Woonplaatsinstellingen configureren
Er zijn twee woonplaatsinstellingen: het selecteren van de woonplaats en het specificeren van
de standaardtijd of de zomertijd (DST).
PM
De woonplaatsinstellingen configureren
PM-
indicator
1. Houd in de Tijdfunctiemodus [E] ingedrukt totdat één van
indicator
de volgende stappen wordt weergegeven.
• Hold SET wordt op de digitale display weergegeven.
de huidige Woonplaatscode.
• Voor informatie over de stadscodes zie de "Stadscodeta-
bel" achterin deze handleiding.
2. Om de instelling van de woonplaatscode te wijzigen
drukt u op [A] om de secondewijzer met de wijzers van
Uren:
Seconde-
Second
Hour :
de klok mee te bewegen.
Minuten
wijzer
hand
Minutes
• Blijf op [A] drukken totdat de secondewijzer wijst naar de
City code
stadscode die u als uw woonplaatscode wilt selecteren.
Stadscode
• De actuele tijd in de tijdzonde van de op dat moment
DST indicator
DST-indicator
geselecteerde stadscode wordt weergegeven op de digi-
tale display.
3. Druk op [D]. Hierdoor wordt op de digitale display het
instelscherm voor de zomertijd weergegeven.
4. Gebruik [A] om door de zomertijdinstellingen te scrollen
in de volgorde zoals hieronder is weergegeven.
•
De Auto DST (AUTO)-instelling is alleen beschikbaar
Auto DST (AUTO)
wanneer u een stadscode als woonplaats selecteert die ontvangst van een tijdkalibratie-
signaal ondersteunt. Als Auto DST is geselecteerd, wordt de zomertijdinstelling automa-
tisch aangepast overeenkomstig het tijdkalibratiesignaal.
• U kunt niet heen en weer schakelen tussen STD (standaardtijd) en DST (zomertijd) wan-
neer UTC is geselecteerd als woonplaats.
5. Als alle instellingen correct zijn, drukt u op [E] om naar de Tijdfunctiemodus terug te
keren.
• De wijzers van het horloge gaan naar de actuele tijd in de tijdzone waar de stadscode zich
bevindt die u hebt geselecteerd als uw Woonplaats. Voer geen handelingen uit op het hor-
loge terwijl de wijzers in beweging zijn.
• Als zomertijd is geselecteerd wordt de DST-indicator weergegeven op de digitale display.
NB
• Nadat u een stadscode hebt geselecteerd, gebruikt het horloge UTC*-compensatie in de
Wereldtijdmodus om de actuele tijd voor de andere tijdzones te berekenen op basis van
de actuele tijd in uw woonplaats.
*UTC (Coordinated Universal Time) is de wereldwijd gebruikte wetenschappelijke stan-
daard voor tijdregistratie. Het referentiepunt voor UTC is Greenwich, Engeland.
• Door het selecteren van bepaalde stadscodes kan het horloge automatisch het tijdkalibra-
tiesignaal voor de bijbehorende regio ontvangen. Zie: "Radiogestuurde atoomtijdfunctie"
voor meer informatie.
Timekeeping Mode
Tijdfunctiemodus
Data Recall
Modus gegevens uit
Mode
geheugen oproepen
Hand Home Position
Aanpassingsmodus
Receive Mode
Adjustment Mode
Ontvangstmodus
thuispositie van wijzers
Barometrische drukgrafiek
Barometric Pressure Graph
Barometrische
Barometric
Maand – Dag
Month Day
drukgrafiek
pressure graph
HT knippert.
De secondewijzer wijst naar
DST uit (OFF)
DST aan (ON )
movi ng t i me for wa rd
• U kunt met de knoppen [A], [B] en [C] direct vanuit de Tijdfunctiemodus of vanuit een
andere modus naar een sensormodus gaan. Om vanuit de Modus gegevens uit geheugen
oproepen, Afteltimermodus, Alarmsignaalmodus, Wereldtijdmodus, Ontvangstmodus of
Aanpassingsmodus voor Thuisposities van wijzers naar een sensormodus te gaan, moet u
eerst naar de Tijdfunctiemodus gaan en vervolgens op de desbetreffende knop drukken.
• De uren- en de minutenwijzer geven de actuele tijd aan in alle modi. In de Tijdfunctie-
modus, Modus gegevens uit geheugen oproepen, Stopwatchmodus, Afteltimermodus en
Alarmsignaalmodus geeft de secondewijzer de actuele seconden aan (Tijdfunctiemodus).
De secondewijzer heeft andere functies in andere modi.
Compass Mode
Kompasmodus
De zomertijdinstelling (Daylight Saving Time) wijzigen
DST indicator
Auto DST (AUTO)
• De instelling Auto DST (AUTO) kan alleen worden geselecteerd wanneer een stadscode
is geselecteerd die ontvangst van het tijdkalibratiesignaal ondersteunt. Als Auto DST is
geselecteerd, wordt de zomertijdinstelling automatisch aangepast overeenkomstig de
zomertijdinformatie die wordt ontvangen samen met het tijdkalibratiesignaal.
4. Als alle instellingen correct zijn, drukt u op [E] om het instelscherm te verlaten.
• De zomertijdindicator geeft aan dat de zomertijd is geselecteerd.
De actuele tijd- en datuminstellingen handmatig configureren
U kunt de actuele tijd- en datuminstellingen handmatig configureren wanneer het horloge
geen tijdkalibratiesignaal kan ontvangen.
De instelling van de actuele tijd- en datuminstellingen handmatig wijzigen
PM
PM-
indicator
indicator
Uren:
Hour :
Second
Seconde-
Minuten
hand
Minutes
wijzer
City code
Stadscode
3. Druk op [D] om door de beschikbare instellingen op de digitale display te scrollen in de
volgorde zoals hieronder is weergegeven.
Zomertijd
City Code
DST
Stadscode
DST
Thermometer/Barometer/
Thermometer/Barometer/
Auto licht
Hoogte-unit
aan/uit
Altitude unit
• In de volgende stappen wordt uitgelegd hoe u alleen de tijdfunctie-instellingen configu-
reert.
4. Wanneer de tijdfunctie-instelling die u wilt wijzigen wordt weergegeven, gebruikt u [A] en/
of [C] om deze te wijzigen op de manier zoals hieronder is beschreven.
Scherm
Om dit te doen:
De stadscode wijzigen.
Schakelen tussen automatische zomertijd (AUTO),
zomertijd (DST (ON)) en standaardtijd (OFF)
Schakelen tussen 12-uurs- (12H) en 24-uurs- (24H)
-weergave van de tijd
De seconden terugzetten naar 00
De uren of minuten wijzigen
Het jaar wijzigen
De maand of dag wijzigen
5. Druk op [E] om het instelscherm te verlaten.
• De wijzers van het horloge bewegen naar de tijd die u hebt ingesteld. Voer geen handelin-
gen uit op het horloge terwijl de wijzers in beweging zijn.
NB
• Voor informatie over het selecteren van een Woonplaats en het configureren van de
zomertijdinstelling, zie "Woonplaatsinstellingen configureren".
• Wanneer u de tijd op de digitale display wijzigt, wordt de tijd die wordt aangegeven door
de wijzers overeenkomstig aangepast. Als de tijd op de display en de tijd die wordt aange-
geven door de wijzers niet overeenkomen, kan dat betekenen dat de thuisposities van de
wijzers niet meer kloppen. Pas zo nodig de thuisposities aan.
• Wanneer 12-uursweergave is geselecteerd, verschijnt er een P-indicator (PM) voor tijden
vanaf 12 uur 's middags tot 11:59 's avonds. Er wordt geen indicator weergegeven tussen
middernacht en 11:59 's morgens. Met de 24-uursweergave worden de tijden weergegeven
van 0:00 tot 23:59, zonder een P-indicator (PM).
• De in het horloge ingebouwde automatische kalender maakt verschillende maandleng-
© CA S I O B e n e l u x B .V. A m s t e l v e e n -
Sensormodi
Sensor Modes
Barometer/
Barometer-/
Thermometer Mode
thermometermodus
1. Houd in de Tijdfunctiemodus [E] ingedrukt totdat één
van de volgende stappen wordt weergegeven.
• Hold SET wordt op de digitale display weergegeven.
HT knippert.
De secondewijzer wijst
naar de huidige Woonplaatscode.
2. Druk op [D]. Hierdoor wordt op de digitale display het
instelscherm voor de zomertijd weergegeven.
3. Gebruik [A] om door de zomertijdinstellingen te scrol-
len in de volgorde zoals hieronder is weergegeven.
DST uit (OFF)
DST aan (ON )
1. Houd in de Tijdfunctiemodus [E] ingedrukt totdat één van
de volgende stappen wordt weergegeven.
• Hold SET wordt op de digitale display weergegeven.
HT knippert.
De secondewijzer wijst naar
de huidige Woonplaatscode.
2. Gebruik [A] om de stadscode te selecteren die u als uw
woonplaats wilt gebruiken.
• Elke keer dat u op [A] drukt, beweegt de secondewijzer
met de klok mee. Blijf op [A] drukken totdat de seconde-
wijzer wijst naar de stadscode die u wilt selecteren.
• Zorg ervoor dat u uw Woonplaatscode selecteert voordat
u andere instellingen wijzigt.
• Voor volledige informatie over de stadscodes zie de
"Stadscodetabel" achterin deze handleiding.
12/24-uur
12/24-Hour
Seconds
Hour
Seconden
Uren
formaat
Format
Auto Light
Verlichtings-
Illumination
Knopgeluidsignaal
Button Operation
duur
aan/uit
On/Off
Duration
Tone On/Off
W W W. C A S I O . N L
Altimeter Mode
Hoogtemetermodus
Minute
Year
Minuten
Jaar
Day
Month
Dag
Maand
Doet u dit:
Druk op [A]
Druk op [A].
Druk op [A].
Druk op [A].
Gebruik [A] (+) of [C] (-).
Gebruik [A] (+) of C (-).