4.
Druk op de boven-/ondergrens (°C) van SET TEMP. (TEMPERATUUR INSTELLEN) in
Heating (Verwarmen). Selecteer de temperatuur door op
vervolgens op de knop OK.
Als u de instellingen niet wilt bewaren, drukt u op de knop Cancel (Annuleren).
De temperatuurinstellingen kunnen binnen de volgende bereiken worden gemaakt.
Cool/Dry/Auto (koelen/
ontvochtigen/automatisch)
Heat (verwarmen)
5.
Selecteer VALID (GELDIG) of INVALID (ONGELDIG) van Limit SET TEMP. (LIMIET
TEMPERATUUR INSTELLEN).
Wanneer u VALID (GELDIG) selecteert, wordt de ingestelde temperatuur van de binnenunit die
onder of boven de onder- of bovengrens valt, gewijzigd in de maximale of minimale waarde.
6.
Druk op de knop SET (INSTELLEN). Druk op Yes (Ja) in het bevestigingsscherm.
Als u de instellingen niet wilt bewaren op wijzigen, drukt u op No (Nee).
Control Function Setting (Bedieningsfunctie instellen)
U kunt de temperatuur voor energiebesparing en de automatische schakelstand instellen.
1.
Druk op de knop FUNCTION SETTING (FUNCTIE INSTELLEN) in het scherm
OPERATOR MENU (MENU OPERATOR).
2.
Druk op de knop CONTROL FUNCTION SETTING (BEDIENINGSFUNCTIE INSTELLEN)
in het scherm FUNCTION SETTING (FUNCTIE INSTELLEN).
3
4
5
<Energy Saving Setting (Energiebesparing instellen)>
3.
Druk op Start TEMP. (TEMPERATUUR starten) (°C) in COOL Mode (modus KOELEN)
van Energy saving Setting (Energiebesparing instellen).
U kunt de buitentemperatuur instellen om de energiebesparing in de stand koelen en ontvochtigen te starten.
4.
Druk op Release TEMP. (TEMPERATUUR vrijgeven) (°C) in COOL Mode (modus
KOELEN) van Energy saving Setting (Energiebesparing instellen).
U kunt de buitentemperatuur instellen om de energiebesparing in de stand koelen en ontvochtigen te beëindigen.
5.
Druk op Shift SET TEMP. (TEMPERATUUR compenseren) (°C) in COOL Mode (modus
KOELEN) van Energy saving Setting (Energiebesparing instellen).
U kunt de compensatiewaarde van de ingestelde temperatuur instellen in de stand koelen
en ontvochtigen van de functie energiebesparing instellen.
6.
Druk op Start TEMP. (TEMPERATUUR starten) (°C) in HEAT Mode (modus
VERWARMEN) van Energy saving Setting (Energiebesparing instellen).
U kunt de buitentemperatuur instellen om de energiebesparing in de stand verwarmen te starten.
7.
Druk op Release TEMP. (TEMPERATUUR vrijgeven) (°C) in HEAT Mode (modus
VERWARMEN) van Energy saving Setting (Energiebesparing instellen).
U kunt de buitentemperatuur instellen om de energiebesparing in de stand verwarmen te beëindigen.
Waarde ondergrens
16 - 18°C
10 - 18°C
– 51 –
of
Waarde bovengrens
30 - 35°C
22 - 30°C
pagina 10
10
11
te drukken en
6
9
7
8