Inhoudsopgave
Advertenties
rotatie en het ventilatierooster
<Indicatie van detectiezone>
(Wanneer de kamertemperatuur 24 °C
bedraagt.)
l De personensensor detecteert iemands locatie binnen een bereik van ongeveer 150 graden terwijl hij naar links en naar rechts draait.
(De lamp van de personensensor knippert groen terwijl de personensensor de detectieactiviteit uitvoert.)
l De personensensor meet de binnentemperatuur in de kamer en bepaalt de oriëntering naar iemands locatie aan de hand van variaties in de temperatuur.
l De personensensor werkt alleen wanneer het hoofdtoestel is stilgezet en naar voren is gericht
(De personensensor werkt niet wanneer automatische rotatie werkt of wanneer het hoofdtoestel in een andere richting is gericht dan naar voren.)
„ Personen kunnen niet worden gedetecteerd in locaties zoals deze.
l Buiten de detectiezone
„ Personen kunnen niet correct worden gedetecteerd in situaties zoals deze.
l Wanneer er iets is dat de temperatuur aanzienlijk verandert binnen
een korte tijdspanne (bv. televisie, airconditioner, koelkast)
l Wanneer de kamertemperatuur of de temperatuur van de vloer en
de muren hoog is (indicatie: 30 °C of meer)
l Wanneer de kamertemperatuur of de temperatuur van de vloer en
de muren laag is (indicatie: 8 °C of minder)
l Wanneer de huid niet wordt blootgesteld omdat de persoon een
deken over zich heeft of veel kleren draagt.
<Wanneer de personensensor een persoon niet kan detecteren>
l Wanneer de personensensor een persoon niet kan detecteren en geen van bovenstaande situaties
van toepassing is, voer dan de controle uit die wordt beschreven in de volgende procedure.
(Voer de controle uit wanneer de kamertemperatuur 15 tot 28 °C bedraagt.)
1 Zet de schakelaar op ON en ga staan in de positie die wordt aangegeven door "A" in de
figuur rechts.
2 Wanneer de personensensor naar rechts draait en langs u heen gaat, verplaats u dan naar
de positie, aangegeven door "B" in de figuur rechts.
→ De werking is normaal als het hoofdtoestel wordt verplaatst en naar u wordt gericht
(positie aangegeven door "B") door automatische rotatie.
<De personensensor uitzetten>
<Werkingsbereik van automatische rotatie>
Automatische rotatie draait het hoofdtoestel automatisch volgens de locatie van een persoon die wordt gedetecteerd
door de personensensor. Het hoofdtoestel wordt tot stilstand gebracht in een situatie van 1 tot 5 in de figuur rechts.
l Het werkingsbereik is ongeveer 90 graden. Het verschilt van het detectiebereik van de personensensor.
l Het hoofdtoestel zal misschien niet in de richting van een persoon draaien wanneer de
personensensor bijvoorbeeld verschillende personen heeft gedetecteerd.
l Wanneer de personensensor een persoon onmiddellijk voor het hoofdtoestel detecteert, wordt het
hoofdtoestel niet verplaatst en blijft het naar voren gericht.
l Automatische rotatie zal niet werken wanneer het hoofdtoestel tegen een muur of een ander voorwerp botst,
omdat er geen ruimte van minstens 20 cm werd voorzien rond het toestel, wanneer het hoofdtoestel botst op een
voorwerp in de buurt dat het draaien belemmert, of wanneer het hoofdtoestel wordt beperkt in zijn bewegingen.
<Werkingsbereik ventilatierooster>
Het ventilatierooster wordt tot stilstand gebracht in een situatie van 1 tot 3 in de figuur rechts.
1 Wanneer een persoon niet wordt gedetecteerd door de personensensor terwijl de werkingsmodus Normal wordt geselecteerd
→ Lucht wordt door heel de kamer geblazen, ook naar de verste hoeken.
2 Wanneer een persoon wordt gedetecteerd door de personensensor terwijl de werkingsmodus Normal wordt geselecteerd
→ De luchtstroom wordt gecontroleerd zodat er niet rechtstreeks lucht naar de persoon wordt geblazen.
3 Wanneer de manuele werking wordt geselecteerd
→ De luchtstroom wordt gecontroleerd zodat er een toereikend luchtstroomvolume wordt gehandhaafd.
Detectie door de personensensor
Ongeveer 6 m
l Waar er een obstakel is (meubelstuk of ander voorwerp) voor het hoofdtoestel
l Wanneer de warmtebron niet kan worden gedetecteerd zoals bij
l Wanneer de afstand tot de persoon klein is (indicatie: 0,5 m of
l Wanneer de afstand tot de persoon groot is (indicatie: 6 m of
l Wanneer de persoon niet veel beweegt
P.14
een klein kind of een huisdier of een persoon die veel kleren
draagt.
minder)
meer)
1 tot
2 m
Ongeveer 150 graden
20 tot 50
graden
A
B
Beweging
Ongeveer
90 graden
1
5
2
4
3
3
2
1
13
Advertenties
Inhoudsopgave
