Verbinding-
menu (Connect
menu)
Menu van de
EVAC
Verbinden met
een unit
Instelmenu
In het verbindingmenu is het mogelijk om verbinding te maken
met alle verdiepunits die geregistreerd zijn in het systeem, en met
de liftcabine-unit.
Elk knooppunt zonder knooppunt-ID of deze die uitgeschakeld
zijn in het instelmenu van de CAN-bus, zijn niet beschikbaar om
verbinding mee te maken.
De alarmen die in het EVAC-menu worden ontvangen worden
weergegeven met het huidige alarm en de naam van het verdiep
en het aantal alarmen die in de wachtrij staan op dat ogenblik. Het
aantal alarmen in de wachtrij wordt bijgewerkt op het ogenblik dat
nieuwe alarmen worden ontvangen.
De alarmen worden in de wachtrij geplaatst in de volgorde dat
ze worden ontvangen. Om verbinding te maken met een alarm,
select-eer het alarm met behulp van de omhoog/omlaag pijltjes
en druk op enter om verbinding te maken. Het alarm wordt uit de
wachtrij verwijderd op het ogenblik dat er verbinding mee wordt
gemaakt.
Het is steeds mogelijk om verbinding te maken met de liftcabine-
unit in het EVAC-menu door op de linker functietoets te drukken.
Er zijn twee manieren om verbinding te maken met een unit. In de
stand-by modus is het mogelijk om verbinding te maken met een
unit door het verbindingmenu te openen. In de EVAC-modus is
het steeds mogelijk om een verbinding te maken met de liftcabine.
Met de verdiepunits kan enkel een verbinding tot stand komen
indien een alarm van de unit werd geregistreerd.
Een verbinding kan enkel worden gemaakt tussen de invoerunit en
de verdiep/liftcabine-unit.
Standaard is de microfoon geactiveerd in de verbonden verdiep/
liftcabine-unit en zal geluid uitzenden naar de audio-bus. De
invoerunit ontvangt audio en de luidspreker is ingeschakeld. Indien
de PTT-ingang van de invoerunit is geactiveerd, is de microfoon
van de invoerunit geactiveerd en de luidspreker is uitgeschakeld.
Alle andere unitluidsprekers zijn dan geactiveerd en hun microfoon
is uitgeschakeld. Dit betekent dat het invoerstation te allen tijde
voorrang heeft om te spreken.
Alle parameters van het hele EVAC-systeem kunnen ingesteld
worden in het instelmenu voor de invoerunits.
Alle wijzigingen (afgezien van de real-time klok) worden alleen in
de RAM gemaakt. Alleen bij het verlaten van het instelmenu en
het beantwoorden met Ja op de vraag of u de instellingen wenst
te bewaren, worden de instellingen opgeslagen in het flash-ge-
heugen.
Verlaat het instelmenu door de linkse toets bovenaan in te drukken
totdat wordt gevraagd of u wenst af te sluiten.
19
SafeLine EVAC v.2.1.0 NL