Aansluiting externe componenten
Indicatielampje/claxon
Een indicatielampje of claxon kan worden aangesloten op relais 1/output 1 om een overschrijding
van de grenswaarde aan te geven.
Relais 1/output 1 wordt bekrachtigd wanneer de grenswaarde wordt overschreden en schakelt de
verbinding van COM naar NO. Deze positie kan in het programma worden geprogrammeerd als
een permanent contact of als een pulscontact.
Permanent contact aan relais 1/output 1:
Relais 1/output 1 blijft geschakeld in de positie (verbinding van COM naar NO) wanneer de
grenswaarde wordt overschreden totdat de gemeten waterhardheid weer onder de grenswaarde
ligt. Vervolgens wordt de overschrijding van de grenswaarde opnieuw geannuleerd en schakelt
relais 1/output 1 terug (verbinding van COM naar NC).
Pulscontact aan relais 1/output 1:
Relais 1/output 1 blijft bij een overschrijding van de grenswaarde alleen voor een
geprogrammeerde pulsduur in de positie (verbinding geschakeld van COM naar NO); zodra de
geprogrammeerde pulsduur is verstreken, schakelt relais 1/output 1 terug (verbinding van COM
naar NC). De volgende keer dat de grenswaarde wordt overschreden, wordt relais 1/output 1
opnieuw als een puls geschakeld. Deze functie wordt vaak gebruikt in combinatie met
pilootverdelers.
Programming: Menu > Settings > Outputs > Relay 1
Afbeelding: Toewijzing van de klemmen bij het aansluiten van een indicatielampje/claxon
Het relais 2/output 2 wordt gebruikt om vastgestelde fouten te melden (bijvoorbeeld optische
storing, foutieve nulproef, ontbrekende voedingsspanning in het analyse-apparaat). Als het
analyse-apparaat normaal werkt en er geen fout is, wordt relais 2/output 2 aangetrokken en wordt
de verbinding van COM naar NO geschakeld. Als er een fout wordt gedetecteerd, valt relais
2/output 2 weg en wordt de verbinding van COM naar NC tot stand gebracht.
© RLS Wacon analytics GmbH ∙ +49 (0)5121 28126 0 ∙ info@rls-wacon.de
31