Installatie
Het analyse-apparaat bezit 2 aansluitingen met schotkoppelingen voor
kunststof slangen met een buitendiameter van 6 mm voor de waterinvoer
(links) en de waterafvoer (rechts). Deze worden eenvoudig in de
schroefverbindingen gestoken.
Ontharding
De ingangsdruk van het watermonster moet tussen 0,5 en 5,0 bar liggen.
Druk
De aanbevolen ingangsdruk van het watermonster moet tussen 1 en 2 bar
liggen.
De slanglengte van de waterafvoer mag niet langer zijn dan 2 m en moet
verticaal naar beneden lopen. Het systeem moet zich vrij kunnen ontspannen
tegenover de atmosferische druk. Er mag geen tegendruk ontstaan die
groter is dan de inlaatdruk. De waterafvoer vindt plaats zonder druk in een
open trechter of afvoer.
Werking bij drukloos monsterwater
Als het monsterwater niet onder druk staat, is een drukgecontroleerde membraan- of een
dompelpomp vereist om het monsterwater in de meetkamer van het analyse-apparaat te pompen.
Deze pomp kan worden geregeld met relais 3 van het analyse-apparaat.
© RLS Wacon analytics GmbH ∙ +49 (0)5121 28126 0 ∙ info@rls-wacon.de
Waterinvoer
(Water inlet)
Handventiel
(ter plaatse installeren)
Afbeelding: Aansluiting van de waterinvoer en -afvoer
Waterafvoer
(Water outlet)
Open trechter
18