b C.F. REV-schakelaar
Dit keert de kanalen om die zijn toegewezen aan de linker- en rech-
terkant van de crossfader.
[ON]: De linkerkant van de crossfader is ingesteld op deck (2), de
rechterkant op deck (1).
[OFF]: De linkerkant van de crossfader is ingesteld op deck (1), de
rechterkant op deck (2).
c Crossfadercurve-keuzeschakelaar
Voor omschakelen van de crossfader-curvekarakteristiek.
[
]: Kies deze stand voor een steilere curve. (Naarmate de cros-
sfader verder van de linker- of rechterkant komt, wordt er meer geluid
weergegeven aan de tegenovergestelde kant.
[
]: Kies deze stand voor een geleidelijk stijgende curve.
[THRU]: Kies deze stand wanneer u de crossfader niet wilt
gebruiken.
d Crossfader-regelaar
Schakelt heen en weer tussen weergave van het linker en het rechter
deck.
Effect-gedeelte
Het effect-gedeelte wordt gebruikt om de twee effectgeneratoren (FX1 en
FX2) te bedienen. Er zijn instellingen en toetsen voor de bediening van
FX1 aan de linkerkant van de controller en instellingen en toetsen voor
de bediening van FX2 aan de rechterkant van de controller. Ook wordt de
[FX CH SELECT]-instelling gebruikt om het kanaal in te stellen waarop
het effect wordt toegepast.
MULTIMODE
EFFECT SELECT
PARAMETER 1 PARAMETER 3
FX ON/OFF
1 FX CH SELECT-instelling
Hiermee schakelt u het kanaal om waarop het effect moet worden
toegepast.
! Effecten die worden toegepast op het MIC/AUX-kanaal kunnen
niet worden gebruikt met Serato DJ ver. 1.2. Deze zullen bij een
toekomstige update van de versie van het programma worden
ondersteund.
2 EFFECT SELECT-instelling
Hiermee selecteert u het type effect.
3 BEATS (PARAMETER)-instelling
Regelt de effecttijd.
[SHIFT] + draaien:
Regelt parameter 3 van het effect.
14
Nl
BROWSE
PREPARE
FX CH SELECT
2
MASTER
1
MIC
/AUX
1
EFFECT SELECT
2
BEATS
/
PARAMETER
3
LEVEL / DEPTH
4
ON / OFF
5
6
TAP
AUTO
FX MODE
FX2
TAP
BEATS
4 LEVEL/DEPTH-instelling
Regelt parameter 1 van het effect.
5 FX ON/OFF-toets
Zet het effect aan/uit.
6 TAP/AUTO (FX MODE)-toets
Druk op:
De BPM die wordt gebruikt als basiswaarde voor het effect wordt
berekend aan de hand van het ritme waarmee de toets met de vinger
wordt aangetikt.
Wanneer de toets ingedrukt wordt gehouden, wordt de effecttijd
teruggezet.
[SHIFT] + indrukken:
Schakelt de effectstand van enkel over naar multi.
Wanneer er weer op de [SHIFT] en [TAP/AUTO (FX MODE)]-toetsen
wordt gedrukt, keert de effectstand terug naar de enkele stand.
Meeluisteren met de effectgeluiden
Wanneer de [HEADPHONES MIXING]-instelling naar [CUE] wordt
gedraaid, worden de effectgeluiden van de Serato DJ-software
niet weergegeven in het geluid van de kanalen waarvoor de
[CUE]-hoofdtelefoontoets wordt ingedrukt. Als u wilt meeluis-
teren met de effectgeluiden van de Serato DJ-software, moet u
de [HEADPHONES MIXING]-instelling naar [MASTER] draaien
en het effectgeluid volgen via de geluidsweergave van het
master-uitgangssignaal.
Microfoon/externe
ingang-bedieningsgedeelte
MIC 1
LEVEL
TALK
OFF
ON
OVER
MIC 1
MIN
1
2
MIC 2 / AUX
LEVEL
LOW
TALK
OFF
ON
OVER
MIN
MAX
MIN
1 OFF, ON, MIC TALK OVER-keuzeschakelaar
Zet de microfoon aan/uit.
= Gebruik van een microfoon (blz.23)
2 LEVEL-instelling
Regelt het niveau van het weergegeven geluid.
3 EQ (HI, MID, LOW) instellingen
Versterkt of verzwakt frequenties om de kwaliteit van de geluidsweer-
gave te wijzigen.
4 MIC2/AUX-keuzeschakelaar
Schakelt de audio-ingang heen en weert tussen de microfoon en de
externe apparatuur.
! [MIC2]: Selecteert de microfoon die is aangesloten op de
[MIC2]-aansluiting.
! [AUX]: Selecteert de externe apparatuur die is aangesloten op de
[AUX IN]-aansluitingen.
= Gebruik van een microfoon (blz.23)
= Gebruiken van externe apparatuur (blz.23)
EQ
LOW
MID
HI
MAX
MIN
MAX
MIN
MAX
MIN
3
EQ
MID
HI
INPUT
SELECT
MIC 2
MAX
MIN
MAX
MIN
MAX
MAX
4
AUX