Inhoudsopgave
Advertenties
7. Kalibratie
Lees voordat u verder gaat met kalibreren aandachtig de volgende veiligheidswaarschuwingen en de speci-
fieke waarschuwing voor elk model.
•
Voldoe aan de geldende nationale en lokale voorschriften voor elektrische installatiewerkzaamheden.
•
Schakel het instrument uit voordat u werkzaamheden aan het apparaat uitvoert.
•
Sluit de draden aan op de aansluitklemmen van het instrument, zorg voor naleving van polariteiten en maxi-
maal toegestaan vermogen.
•
Controleer altijd voor het inschakelen, na het kalibratieproces of na werkzaamheden aan het apparaat:
of de O-ring (10) niet beschadigd is,
o
of de isolator goed op zijn plaats zit en de bedradingsaansluitingen afdekt voor de types 496-155, 496-
o
255, 496-255/1, 496-255/2
of het deksel (12) volledig is vastgeschroefd en de veiligheidsschroef (9) goed vastzit.
o
Binnenkant behuizing en deksel zijn vrij van vocht of stof.
o
7.1. Kalibratie van mechanische eindschakelaar 496-155, 496-255, 496-255/1, 496-255/2
Lees de volgende veiligheidswaarschuwingen zorgvuldig door voordat u doorgaat met kalibreren
•
Voer een pre-kalibratie uit.
Stel mechanisch onderdeel vooraf in zoals nok, hendel.
•
Fijnkalibratie of eindcontrole kan worden uitgevoerd onder de volgende minimale en onbeperkte
voorwaarden en in overeenstemming met de plaatselijke voorschriften:
de isolator zit goed op zijn plaats en de bedradingsaansluitingen zijn bedekt
o
actie beperkt tot het afstellen van nokken met gereedschap met volledige isolatie op de metalen on-
o
derdelen.
het deksel (12) kan ALLEEN worden vastgeschroefd als de stroom is UITgeschakeld.
o
• Het holle gedeelte van de hendel (5) moet zich strikt concentrisch ten opzichte van de nok (13) bevinden
wanneer de microschakelaar wordt bediend.
• Dit is een belangrijke waarschuwing om ervoor te zorgen dat de hendel goed is ingedrukt wanneer deze
niet wordt bediend.
• Als dat niet zo is, draai dan de schroeven (3 & 17) los en beweeg de hendel iets omhoog of omlaag. Draai
de schroeven vast.
• Draai de nokborgschroef (1) iets los met een inbussleutel met zeskantkop van 3/32".
• Zet de klepstang in de stand die nodig is om de schakelaar te bedienen.
• Het is belangrijk op te merken dat de nok die de microschakelaar aan de rechterkant bedient, de hendel
(5) moet bedienen aan het einde van de rotatie tegen de wijzers van de klok in. (Zie onderstaande
detailafbeelding).
• Dit zorgt ervoor dat de schroef (2) de hendel (5) vrij heeft wanneer de klep wordt gesmoord. Het resterende
holle gedeelte zorgt alleen voor activering van de microschakelaar in geval van overslag. Omgekeerd moet
de nok die de microschakelaar aan de linkerkant bedient, de hendel (5) bedienen aan het einde van de
rotatie met de wijzers van de klok mee. (Zie onderstaand vooraanzicht).
• Om aan bovenstaande eis te voldoen wanneer er slechts één microschakelaar aanwezig is (type 496-158),
kan het nodig zijn om de locatie van de microschakelaar te wijzigen.
• Roteer de nok (13) totdat de microschakelaar wordt geactiveerd. Vergrendel de nok (13) door de schroef
(1) vast te draaien.
• Fijnafstelling met schroef (2). Gebruik een 1/16" inbussleutel. De schroef (2) moet voldoende uit de nok
komen om de hendel (5) goed in te drukken.
• Volg de veiligheidsinstructies onder §6.5 vóór ingebruikname nauwkeurig op.
© 2023 Baker Hughes. Alle rechten voorbehouden.
Masoneilan 496-serie Lv-handleiding | 13
Advertenties
Inhoudsopgave
