Tip: Tijdens het rijden kan de niveau-indicator van de accu op het scherm
NL
onmiddellijk afnemen, afhankelijk van uw rijmodus (intensief gas geven,
rijden op een heuvel, buitentemperatuur lager dan 10 °C ...). Merk op dat het
werkelijke niveau van de accu nauwkeuriger wordt weergegeven als het
apparaat is uitgeschakeld.
4.2. INSPECTIE EN ONDERHOUD VAN UW APPARAAT
Uw product vraagt om routine-inspectie en onderhoud. Dit hoofdstuk
beschrijft de onderhouds- en bedieningsstappen. Voordat u de volgende
verrichtingen uitvoert, moet u ervoor zorgen dat de stroom is uitgeschakeld
en dat de oplaadkabel is losgekoppeld. Controleer voor elk gebruik van het
apparaat aandachtig:
• Het aanspannen van de handgrepen.
• De correcte werking van de wielen door het apparaat op te tillen en de
wielen te laten draaien.
• De kolom, de stuurbuis, niets mag deze verhinderen te draaien. Het volledige
stuursysteem moet correct zijn afgesteld en alle verbindingselementen en
schroeven moeten zijn aangedraaid en in goede staat verkeren.
• De schroeven van het voorwiel, achterwiel, schokdempers, motorkap draai
ze indien nodig vast. De trillingen die worden veroorzaakt door de werking van
het apparaat, zijn de oorzaak van deze aanpassingsbehoeften.
• Slijtage van de banden. De bandenspanning als het apparaat is uitgerust
met opblaasbare wielen en indien nodig oppompen met een fietspomp of
gelijkwaardig.
• Remmen, trommelvoeringen, remblokken, voetrem afhankelijk van de
uitrusting van het apparaat. Als het apparaat is uitgerust met mechanische
remmen (schijf, trommel, voet ...), zorg er dan voor dat ze niet in wrijving
staan door een spanning van kabels of een ander probleem, omdat dit een
vertraging zou veroorzaken waardoor het apparaat niet normaal kan rijden.
Bovendien kan het verhitten van de remmen hun efficiëntie beïnvloeden.
• De goede werking van de elektronische rem als het apparaat daarmee is
uitgerust.
Als u na de verschillende aandraaibewerkingen vaststelt dat er speling is
die het veilig rijden zou kunnen beïnvloeden, als er een ongebruikelijk geluid
optreedt of als het apparaat niet meer zo vlot rijdt, stop dan met het gebruik
van het apparaat en neem contact op met uw dealer voor meer informatie of
voor een interventie.
Als het product, een onderdeel of de accu versleten is, neem dan contact op
met een erkend servicecentrum voor reparatie of recycling van uw product.
18