de kap goed om te voorkomen dat vloeistof of enig ander voorwerp de
NL
oplaadconnector binnendringt.
3.5. PAS DE HOOGTE VAN DE STUURPEN AAN
1. Trek aan de hendel van de leidingklem (6). om de stuurpen los te maken.
Schuif vervolgens de stuurpen omhoog of omlaag naar de gewenste positie.
2. Druk na het afstellen van de hoogte van de stuurpen op de hendel van de
leidingklem (6). om de stuurpen vast te zetten.
Opmerking: De spanning van de hendel van de leidingklem kan worden
aangepast door de twee bouten waarmee deze is verbonden, aan of los te
draaien. Zorg ervoor dat u de hendel van de leidingklem stevig vastdraait om
de stuurpenhouder vast te zetten.
3.6. VOORBEREIDING
Voor uw veiligheid raden wij u aan dit apparaat in comfortabele omstandigheden
te gebruiken met beschermende uitrusting zoals een helm, handschoenen
en geschikte bescherming voor uw gewrichten (kniebeschermers,
elleboogbeschermers). Voor uw veiligheid en die van anderen moet u het
apparaat gebruiken en besturen terwijl u gesloten schoenen draagt; en bij
voorkeur vlak om een goede grip en stabiliteit te hebben.
Zorg er bij het afstellen van de stuurpen voor dat de
geleidepen goed vast zit en uit de buis tevoorschijn
komt.
14
Pas op dat u uw vingers niet plet
bij het aanpassen van de hoogte
van de stuurpen