Aansluiting van externe componenten
Regeneratie-installatie voor vraaggestuurde regeneratie die de volgende zaken in gang zet
Zuiveringsinstallaties worden meestal geregenereerd op basis van hun capaciteit na een constant debiet. Om
ervoor te zorgen dat er geen hard water de consument bereikt, vindt er regeneratie plaats voordat de plant
daadwerkelijk is uitgeput. Als de regeneratie wordt geactiveerd door een analysator, worden regeneratief en
water bespaard. In geval van een sterk fluctuerende ruwwaterhardheid is een kwalitatieve regeneratie die via
een analyser wordt geactiveerd, onontbeerlijk.
De pulsuitgang voor de activering van de regeneratie gebeurt via relais 1 / uitgang 1. Door langere
stilstandtijden of door een te hoge belasting kan er een voortijdige activering van de regeneratie
plaatsvinden door het tegengestelde effect van de ionen. Daarom wordt aanbevolen de meting te herhalen
met een controlemeting als de grenswaarde wordt overschreden.
Programmierung: Menü > Parameter > Analyse > Kontrollmessung
Analoog meetapparaat
De actuele meetwaarde is als analoge waarde op de klemmen 15 en 16 beschikbaar. Recorders of externe
apparaten voor de verwerking van de meetwaarde kunnen worden aangesloten. U kunt kiezen tussen een
stroomuitgang van 0 - 20 mA of een waarde van 4 - 20 mA. U moet ook bepalen welke stroomwaarde van 20
mA overeenkomt met welke totale hardheid/carbonaathardheid.
Programmierung: Menü > Parameter > Ausgänge > Stromschnittstellen Typ
Programmierung: Menü > Parameter > Ausgänge > Stromschnittstellen kalibrieren.
(Voer de totale hardheid van de hardheid van de hardness/carbonaat in die moet overeenkomen met 20 mA.
)
De geleverde stroom van de huidige lus voor de weergegeven meetwaarde wordt ook berekend:
Voor I0, 0 of 4 mA moet, afhankelijk van de bedrijfsmodus, worden gebruikt.
Het getal "bovenste hardheidsgraad" komt overeen met de ingevoerde waarde van de waterhardheid voor 20
mA.
Meestal wordt het einde van het meetbereik van de gebruikte indicator gebruikt.
Wij raden aan de bovenste hardheidsgraad in te stellen op het einde van het
meetbereik van de indicator.
Voorbeeldberekening:
Voor de analyse wordt een indicator H25-0.3 gebruikt. Meetbereik 0,09°dH tot 0,9°dH.
De hogere hardheidsgraad is ingesteld op 0,9°dH, wat overeenkomt met 20 mA.
Voor de huidige interface type "0 - 20 mA", 0 mA is 0°dH.
Voor het huidige type interface "4 - 20 mA" komt 4 mA overeen met 0°dH.
© RLS Wacon analytics GmbH ∙ +49 (0)5121 28126 0 ∙ info@rls-wacon.de
(20 −
) ⋅
0
=
+
0
ä
[]
32