RHDE250 naar RHDE4000 (Contrac) ELEKTRISCHE ZWENKAANDRIJVING | OI/RHDE250_4000-NL REV. B
Kabelwartels
GEVAAR
Explosiegevaar!
Explosiegevaar door gebruik van ongeschikte kabelwartels.
•
De gebruikte kabelwartels moeten zijn goedgekeurd voor
de explosieveiligheidsklasse "Ex e – verhoogde veiligheid".
•
De gebruikte kabelwartels moeten de juiste
contactvorming van de kabelafscherming waarborgen.
De regelaandrijvingen en de elektronische units worden zonder
kabelwartels geleverd. De kabelwartels moeten ter plaatse
worden aangebracht.
Schroefdraadboring voor kabelwartel
metrisch
Signalen
M20 × 1,5 (2×)
Motor
M25 × 1,5 (1×)
Temperatuurvoeler
M20 × 1,5 (1×)
*
Adapter voor PG of NPT schroefdraad afzonderlijk bestellen
Selecteren van geschikte aansluitkabels
De volgende punten bij het selecteren van kabels in acht nemen:
•
Voor de elektrische verbinding tussen de Contrac-
regelaandrijving in explosiegevaarlijke zones en de
onderdelen buiten de explosiegevaarlijke zone alleen
geschikte kabels gebruiken.
•
Voor de motor- / remkabel, de sensorkabels en de
signaalkabels naar het controlesysteem / de regelaar
afgechermde kabels gebruiken.
•
De afscherming van de motor- / remkabels en de
sensorkabels telkens aan beide zijden (aan de aandrijving
en aan de elektronische Contrac-unit) aansluiten.
•
Voor de verbinding tussen de motor en de
bewakingseenheid voor de motortemperatuur en voor de
voeding hoeven geen afgeschermde kabels te worden
gebruikt.
optionele adapter voor*
PG 16 (2 ×)
NPT ½ in (2×)
PG 21 (1 ×)
NPT ¾ in (1×)
PG 16 (2 ×)
NPT ½ in (2×)
Aanwijzingen voor de installatie van een kabelset voor
aandrijvingen in ex-uitvoering
Voor de elektrische verbinding van de elektronische Contrac-unit
met de Contrac-regelaandrijving kan de kabelset,
bestelcode 695, worden gebruikt. Deze kabelset maakt geen deel
uit van de ex-typeonderzoek-certificaat en moet bijgevolg met
betrekking tot zijn veiligheidstechnische functie binnen de totale
installatie door de installateur resp. exploitant getest worden.
Indien met de beschreven kabelset niet alle
veiligheidstechnische vereisten vervuld worden, dan moet een
geschikt installatiemateriaal gebruikt worden.
Bij de gespecificeerde motoraansluitkabel moet de afscherming
aan beide zijden worden aangesloten en met de aarddraad
verbonden zijn.
De volgende punten bij het installeren van de kabelset in acht
nemen:
•
Voor de elektrische installatie moeten de specifieke
bepalingen voor de aanleg van elektrische installaties in
explosiegevaarlijke omgevingen in acht worden genomen.
De bepalingen in overeenstemming met EN 60079-14,
met name de inzet van de afschermverbinding en de
potentiaalvereffening tussen de aandrijving en de
elektronica en de motorbescherming moeten in acht
worden genomen, zie Aansluiting van de
kabelafscherming op pagina 28.
•
De aansluiting van de motor en van de signaalsensor mag
enkel via ex-kabelwartels IP 66 volgens EN 60079 ff met
EG-typeonderzoek-certificaat volgens richtlijn
2014/34/EU gebeuren.
•
De aansluiting van de motor kan gebeuren via
kabelschoenen of via een "U"-vormige, massieve geleider.
•
Bij alle kabelaansluitingen moet een voldoende
trekontlasting worden voorzien.
•
Alle kabeldraden in de elektrische
aansluitingscompartimenten moeten adequaat
beschermd worden tegen contact met metalen
oppervlakken; tussen geleidende componenten moet een
luchtspleet van min. 6 mm (0,24 in) worden aangehouden.
•
Het droogmiddel in de aansluitruimte van motor en
signaalsensor moet verwijderd worden.
•
De montagepositie van de motoraansluitkast, zoals
gerealiseerd in de fabriek, mag niet gewijzigd worden.
•
Alle niet nodige kabelinvoeringen moeten met ATEX-
gecertificeerde IP 66 afsluitstoppen afgesloten worden.
27