Auto Uit wordt ingeschakeld als de printer wordt ingeschakeld, als de printer geen netwerk- of
●
faxmogelijkheid heeft of deze mogelijkheden niet gebruikt.
Auto Uit wordt uitgeschakeld als de draadloze of Wi-Fi Direct mogelijkheid van de printer is ingeschakeld
●
of als een printer met fax-, USB- of Ethernet-netwerkmogelijkheid een fax-, USB-, of Ethernet-
netwerkverbinding maakt.
Stille modus
De stille modus vertraagt het afdrukken om het algemene geluid te verminderen zonder de afdrukkwaliteit te
verminderen. De stille modus werkt alleen om af te drukken met normale afdrukkwaliteit op normaal papier.
Schakel de stille modus in om het geluid van de printer te verminderen. Schakel de stille modus terug uit om
terug aan normale snelheid af te drukken. De stille modus is standaard uitgeschakeld.
OPMERKING:
enveloppen afdrukt, werkt de printer op dezelfde manier als wanneer de stille modus uit is.
De Stille Modus aan of uit zetten vanuit het bedieningspaneel van de printer
1.
Druk in het Startscherm op Installatie .
2.
Raak Voorkeuren aan.
3.
Druk op Aan of Uit naasto Stille Modus.
Stille modus in- of uitschakelen via de printersoftware (Windows)
1.
Open de HP-printersoftware. Zie
informatie.
2.
Klik op het tabblad Stille modus.
3.
Klik op Aan of Uit.
4.
Klik op Instellingen opslaan.
De stille modus in- of uitschakelen vanaf de geïntegreerde webserver (EWS)
1.
Open EWS. Zie
2.
Klik op het tabblad Instellingen (Settings).
3.
In het gedeelte Voorkeuren selecteert u Stille modus en vervolgens selecteert u Aan of Uit.
4.
Klik op Toepassen (Apply).
12
Hoofdstuk 2 Aan de slag
Als u in de stille modus met de afdrukkwaliteit Concept of Beste afdrukt, of als u foto's of
Open de HP-printersoftware (Windows) op pagina 11
De ingebouwde webserver openen op pagina 42
voor meer
voor meer informatie.
NLWW