Basisbewerkingen bij opnemen en
afspelen
Foto's maken
De stand A (auto) wordt hier als voorbeeld gebruikt. Met de stand A (auto) kunt u
algemene opnamefuncties uitvoeren in een reeks van verschillende
opnameomstandigheden.
1
Draai de standknop naar A.
2
Controleer het batterijniveau en het
aantal resterende opnamen op het
opnamescherm.
Batterijniveau
b: het batterijniveau is hoog.
B: Het batterijniveau is laag.
Druk op de s (weergave)-knop om de informatie
die wordt weergegeven op het scherm om te
schakelen.
3
Houd de camera goed stil.
Houd vingers en andere voorwerpen uit de buurt van het objectief, de flitser, de
AF-hulpverlichting, de oogsensor, de microfoon en de luidspreker.
8
Basisbewerkingen bij opnemen en afspelen
Aantal resterende opnamen
1 / 2 5 0
1 / 2 5 0
F 5 . 6
F 5 . 6
Batterijniveau
2 5 m 0 0 s
2 5 m 0 0 s
1 4 0 0
1 4 0 0