Foutmeldingen
De analyse start niet
Controleer of een debietmonitor is geconfigureerd en aangesloten.
•
Controleer of er een intervaltijd is ingevoerd.
•
Controleer of een watermeter volledig is geconfigureerd en aangesloten.
•
Controleer indien nodig de aansluiting van een externe controller op het apparaat.
•
Foutmelding E11 Indicator
Controleer of er nog voldoende indicator in de indicatiefles zit.
•
Controleer de verbindingsslang tussen de indicatieflacon en de slangenpomp op
•
luchtbellen. Indien nodig, pompindicator tot de slang volledig gevuld is met indicator.
Controleer of er water in de meetkamer zit.
•
Controleer de doseerpomp en de roerinrichting.
•
Controleer of de waterafvoer vrij is en of er geen vreemde voorwerpen in het
•
magneetventiel terecht zijn gekomen.
Controleer bij gebruik van een pomp voor monsterafgifte of de pomp correct is
•
aangesloten.
Controleer of de inlaat en de uitlaat in de juiste richting zijn aangesloten.
•
Controleer of het roerblad zich in de meetkamer bevindt.
•
0mA wordt uitgevoerd op de stroomuitgang als het type "Waarde" is ingesteld op de
•
stroominterface.
Foutmelding E12 Waterstroom
Controleer of er sprake is van leidingdruk bij de apparaataansluiting.
•
Controleer de functie van de magneetklep.
•
Controleer of de afvoer geblokkeerd is.
•
Controleer indien nodig de werking van de bemonsteringspomp, de afsluiters en de
•
kleppen.
0mA wordt uitgevoerd op de stroomuitgang als het type "Waarde" is ingesteld op de
•
stroominterface.
Foutmelding E13 Optiek
Controleer de meetkamer op vervuiling.
•
Controleer de elektrische aansluiting van de aandrijvingsstekker.
•
Controleer de juiste positie van de aandrijvingsplug.
•
Controleer de kleurensensor in het diagnostische menu.
•
0mA wordt uitgevoerd op de stroomuitgang als het type "Waarde" is ingesteld op de
•
stroominterface.
RLS Wacon analytics GmbH ∙ +49 (0)5121 28126 0 ∙ info@rls-wacon.de
86