Bediening machine: ophaspelen
1
Laat de haspel oprollen als het einde van
de drain is bereikt. Verlaag de snelheid
naar 20 tot 25 meter per minuut door
het smoorventiel te regelen. Houdt de
meterteller in de gaten. Stop de haspel als
de slang uit de drain is.
3
Aftakas uitschakelen.
Grondpen verwijderen.
5
Arm iets heffen en naar de volgende drain
6
rijden.
20
Drukregelaar ontspannen
2
4
Zuigslang uit het water halen.
Zuigslang uit het water halen.
7
5 BEDIENING
NL
112202RE100_A_M