Inhoudsopgave
Advertenties
Rij de trekker naar de sloot of schacht.
7
Positioneer de schachtenboog voor de
drainage.
Aanzuigslang in sloot of watertank
9
leggen/ hangen. De retourslang van de
drukregelaar aansluiten op bovenkant
van geleidingsarm. Het water "smeert" en
reinigt de spoelslang.
Geadviseerd toerental voor de pomp is 350 – 370 rpm. Gebruik een zo laag mogelijk toerental
om de werkdruk van 30-35 bar te bereiken.
Haspel langzaam afrollen, klem de spanrol
11
tot de aandrijving niet meer slipt.
18
Zet de schachtenboog vast met de
8
grondpen.
10
Drukregelaar ontspannen. Aftakas
inschakelen.
Haspel de slang voorzichtig af tot de
12
nozzle zich ± 3 centimeter voor de drain
bevindt (hendel 1). Zet de meterteller op 0.
5 BEDIENING
NL
112202RE100_A_M
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
