22
NAV-functie (navigatie)
Er verschijnt een zoekvenster waarin een 'sleutelwoord' of een woord dat deel
uitmaakt van de naam van het bijzondere reisdoel kan worden ingegeven om het
bijzondere reisdoel te zoeken. Het bijzondere reisdoel wordt in een straal van 75 km
gezocht.
Als 'sleutelwoorden' kunnen woorden als hotel, stadion, Skoda, of een deel van de
reisdoelnaam, zoals zee, worden gebruikt of woorden als honger, dorst, inkopen,
ontspanning, enz.
Let erop dat u het 'sleutelwoord' correct ingeeft (inclusief speciale tekens).
- ingegeven tekens wissen
Wissen
- aan de hand van de ingegeven parameters zoeken
Zoeken
Opslaan
- in het reisdoelgeheugen opslaan
- verdere details over het reisdoel weergeven
Details
- in het reisdoelgeheugen opslaan
Opslaan
- routegeleiding starten
Starten
Extra venster en 'vlaggetjesreisdoel' opslaan
Op de toets
drukken - er wordt een pop-upvenster geopend.
Als de routegeleiding niet actief is, verschijnt er een pop-upvenster met details over
de huidige positie met de volgende informatie:
•
positie
•
breedte- en lengtegraad
•
zeespiegel (als ten minste 4 satellieten beschikbaar zijn)
•
gps-status (GPS_FIX - de positie kan worden bepaald, GPS_FIX_3D - de hoogte
kan worden bepaald)
•
aantal beschikbare satellieten (het aantal beschikbare satellieten is bepalend
voor de gps-status)
Als de routegeleiding actief is, verschijnt er een pop-upvenster van het reisdoel.
Vlaggetjesreisdoel
- huidige positie als 'vlaggetjesreisdoel' opslaan
Routegeleiding
Routegeleiding starten
Op de toets
drukken en vervolgens op de functietoets
NAV
de kaartweergave gewisseld.
Routegeleiding starten met de functietoets
- er wordt naar
Kaart
Starten
.
De routegeleiding kan ook in andere menupunten worden gestart bladzijde 21,
'Reisdoelen ingeven en opslaan'.
Oriëntatie in de kaart tijdens de routegeleiding
Kaartsymbolen
- kompas (rechtsboven op het beeldscherm), de pijl wijst naar het noorden. Door
op het symbool te drukken kan tussen een tweedimensionale (2D) en een driedi-
mensionale (3D) kaartweergave worden gewisseld.
- huidige positie van de wagen en rijrichting
- afstand tot het reisdoel (linksonder op het beeldscherm)
- afstand tot de tussenstop (linksonder op het beeldscherm) - wordt alleen weer-
gegeven wanneer de routegeleiding en de weergave van de verwachte aankomst-
tijd bij de tussenstop actief zijn bladzijde 20, 'Instellingen in (NAV) navigatie-
functie'
- verwachte aankomsttijd op het reisdoel of de rijtijd (rechtsonder op het beeld-
scherm)
Linksonder op het beeldscherm wordt aanvullende informatie weergegeven, bv. de
rijrichtingspijl, de maximumsnelheid, enz.
Instellingsopties
Draaien aan knop
A
- wijzigen van de schaal.
15
A
Indrukken van knop
- herhalen van laatste navigatiemelding.
15
Aantippen van beeldscherm - weergave van de functietoetsen
bladzijde 23, 'Routegeleiding stoppen'.
- opties van kaartweergave wijzigen
Extra's
- tweedimensionaal, van bovenaf met het noorden boven
2D noorden
Afb. 4 Een voorbeeld van de kaartweer-
gave
Extra's
en
Stoppen