Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Weerstandswaarden Wikkelingen; Meggeren; Speciale Procedures Motor; Toerental Afstellen - Mastervolt WHISPER 6 ULTRA Gebruikershandleiding

1500 rpm
Verberg thumbnails Zie ook voor WHISPER 6 ULTRA:
Inhoudsopgave

Advertenties

STORINGEN VERHELPEN
en een hoge weerstand (oneindig) aangeven in de tegen-
gestelde richting. Een kapotte diode zal of geen weer-
stand aangeven of oneindig in beide richtingen met een
multimeter ingesteld op de 10.000 Ohm schaal.
5.3.3 Weerstandswaarden van de wikkelingen
Indien de diode in orde is en de condensatoren vernieuw
en de generator nog steeds geen spanning geeft, moet
men de oorzaak in de wikkelingen zoeken. De uitlopers
moeten worden losgenomen en afzonderlijk door-
gemeten. De weerstandswaarden moeten binnen de
10% van de aangegeven waarden blijven:
Weerstand 6 ULTRA
• hoofdwikkelingen stator in serie 0,77 Ohm
• beide wikkelingen rotor
• bekrachtigingwikkeling

5.3.4 Meggeren

Meet met een normale multimeter de weerstand tussen
de wikkelingen en de behuizing van de generator. Deze
moet oneindig aanwijzen. Indien men hier toch een fout
vermoedt kan men onder hoge spanning (meggeren) een
weerstandstest uitvoeren tussen de wikkelingen en de
aarde. Men schakelt hiervoor een deskundige in.
5.4

SPECIALE PROCEDURES MOTOR

5.4.1 Toerental afstellen

Het toerental is ingesteld door de fabriek en dient in be-
ginsel niet te worden veranderd. Echter na het inlopen
zou een kleine aanpassing nodig kunnen zijn. Het toe-
rental en frequentie zijn feitelijk hetzelfde. Men kan de
frequentie meten met een frequentiemeter. Voor men het
toerental bijstelt moet echter worden vastgesteld of er
geen externe oorzaak is voor het afwijkend toerental. Het
toerental is afgesteld op nominaal 1500 (50 Hz) RPM.
1
Afb. 18.
30
50Hz - 230V
2,00 Ohm
1,91 Ohm
2
3
2= instelschroef toerental
3= stophendel
Een terugval in toeren van 5% onder volle belasting is
acceptabel. Daarom moet de motor onbelast op 1575
RPM = 52,5 Hz worden afgesteld. In geen geval mag
het toerental onder volle belasting verder wegzakken dan
1470 RPM = 49 Hz. Alleen als er geen oorzaak voor het
afwijkend toerental kan worden vastgesteld, kan een
correctie worden uitgevoerd.
Het is belangrijk de juiste instelschroef te identificeren,
afb. 18 laat de instelschroef zien.

5.4.2 Kleppen stellen/ kopbouten natrekken.

Indien de cilinderkopbouten worden aangehaald dient dit
te gebeuren alvorens de kleppen worden gesteld. Beide
procedures moeten worden uitgevoerd wanneer de mo-
tor koud is.
Alvorens men de kopbouten natrekt laat men de koel-
vloeistof weglopen via de aftapplug (zie afb. 2 op blz. 9)
en demonteert men het klepmechanisme. Men lost de
kopbouten iets op en trekt ze dan aan met behulp van
een momentsleutel in de volgorde zoals in afb. 19 aange-
geven.
11
9
Afb. 19.
De juiste aandraaimomenten zijn voor de kopbouten:
• M10
75 –85 Nm /
De M8 bouten van het klepmechanisme draait men weer
vast met 15-22 Nm.
Beide kleppen (inlaat en uitlaat) moeten een speling
hebben van 0,25 mm.
Men begint met de zuiger van cilinder 1 op het bovenste
dode punt (T.D.C ofwel Top Dead Centre) van de
arbeidsslag te zetten. Hiertoe zet men het merk op de
krukaspulley in lijn met het merk op het distributiedeksel
(zie afb. 20). Men en controleert of de kleppen niet
bewegen als men de krukas ongeveer 20 graden in
beide richtingen draait, anders draait men de krukas
360° rond zodat men de kleppen kan stellen op het
T.D.C. van de arbeidsslag. Man stelt de kleppen op
0,25 mm.
1
afb. 20.
7
5
10
8
4
6
2
1
3
• M8
20-30 Nm
2
3
Juni 2004 / WHISPER 6 ULTRA NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave