3 Controleer de wierpot (buitenwaterfilter).
4 Controleer op lekkages. Controleer regelmatig de be-
luchter.
5 Indien geen MASTERSWITCH is gemonteerd: zet de
keuzeschakelaar land/generator/uit op uit of schakel
alle verbruikers af.
6 Zet de accuschakelaar aan.
Starten van de generatorset:
Door het kortstondig indrukken van de startknop
wordt het digitale besturingssysteem van de motor
geactiveerd, de brandstofopvoerpomp in werking
gesteld, wordt er voorgegloeid en gestart (Door op de
stopknop
te
drukken
gedeactiveerd.)
Er is een herstartbeveiliging aanwezig waardoor men de
startmotor niet kan bekrachtigen als de motor draait.
Sluit bij startproblemen, dat wil zeggen
wanneer u veel startpogingen moet doen,
de buitenwaterkraan.
Bij het starten van de motor draait ook de koel-
waterpomp. Het koelwater wordt daarbij in de uitlaat
geïnjecteerd. Wanneer de motor niet loopt is de
uitlaatdruk onvoldoende om dit water uit de uitlaat de
drukken. Het water kan in de cilinders komen en
"waterslag" veroorzaken. Sluit daarom bij startproblemen
even de buitenwaterkraan en open deze weer zodra de
motor loopt.
Controleer regelmatig de werking van de beluchter in de
koelwatertoevoerleiding. Indien de beluchter niet goed
werkt kan door hevelen de motor vol water raken en wa-
terslag het gevolg zijn.
Waterslag ontstaat bij pogingen de motor te starten met
water in de cilinder. Daar water niet samendrukbaar is
veroorzaakt waterslag grote schade aan de motor zoals
een kromme zuigerstang en scheuren in de kop. Water-
slag is de meest voorkomende oorzaak van schade aan
motoren aan boord van pleziervaartuigen.
Controles bij draaiende motor:
1 Controle koelwatertoevoer:
Kijk altijd direct na het starten van de generatorset of
koelwater uit de uitlaat komt. Is dit niet het geval, con-
troleer dan de werking van de koelwaterpomp. Nadat
u enige tijd met de generatorset werkt, is het meestal
voldoende goed te luisteren of u het water uit de
uitlaat hoort stromen.
NL / WHISPER 6 ULTRA / Juni 2004
wordt
het
systeem
Let er vooral in havens op dat de koelwa-
terinlaat niet door drijvende voorwerpen
wordt geblokkeerd. In sterk verontreinigd
water of zanderig water kan de impeller
snel slijten en de wateropbrengst van de
pomp onvoldoende zijn.
Wanneer de watertoevoer geblokkeerd wordt of on-
voldoende is zal de uitlaattemperatuur oplopen en de
temperatuurschakelaar in de uitlaat de motor uitscha-
kelen.
2 Belasting van de motor bij langdurig bedrijf
Let op dat de generatorset niet overbelast wordt.
Overbelasting treedt op wanneer de elektrische be-
lasting zo hoog is dat de dieselmotor de generator
niet goed rond kan draaien. Hierdoor gaat de motor
rauw lopen, veel olie en brandstof gebruiken en gaat
de uitlaat roeten. Uiteindelijk kan de motor zelfs stop-
pen. Overbelasting wordt aangegeven door de rode
LED "overload" op de afstandsbediening.
De generatorset mag maar korte perioden
(enkele MINUTEN) belast worden tot aan
zijn piekvermogen.
Dit piekvermogen is bedoeld om motoren en com-
pressoren te starten die veel stroom vragen bij op-
starten vanuit stilstand. Ook langdurig draaien zonder
belasting of met een kleine belasting zal tot
problemen leiden. De cilinderwand kan "verglazen"
hetgeen tot olieverbruik kan leiden. Ook zal de uitlaat
verstopt raken met roet en kool. Indien langdurig
draaien met weinig belasting onvermijdelijk is, dan
dient men na 9 uur lage belasting minstens 1 uur met
70% belasting te draaien.
Voor een lange levensduur van de generatorset is het
belangrijk dat de meest voorkomende belasting onge-
veer 70% is van de toegestane maximale belasting.
U dient hiermee rekening houden bij het gebruik van
uw elektrische apparatuur.
Overigens is de WHISPER zo ontworpen dat de
generatorset zelfs onder extreme omstandigheden
niet oververhit zal raken. Mocht dit toch gebeuren,
dan zal de beveiliging de motor afschakelen. De ge-
neratorset schakelt zichzelf uit bij een koelwatertem-
peratuur boven 110°C. Dit zal slechts onder buitenge-
wone omstandigheden voorkomen.
GEBRUIK
19