Inleiding
van aan naar uit en omgekeerd. Wanneer de circuits in verschillende standen staan (sommige aan en sommige
uit), gaan de lichten aan.
• Een patroon te selecteren. Een patroon kan worden gebruikt om een circuit of een groep circuits allemaal aan,
allemaal uit of gedeeltelijk aan en uit te zetten. Iedere keer dat op de knop wordt gedrukt, gaan de circuits naar
het geprogrammeerde patroon.
• Vertraagd uit te schakelen. Na de ingestelde tijd worden de betreffende circuits uitgeschakeld.
Besturingsstations - contactsluituitgangen
Er kunnen extra contactsluituitgangen worden toegevoegd met hetzij een Lutron OMX-AV-besturingsstation (vijf
uitgangen per OMX-AV) of een Lutron OMX-CCO-8 (acht uitgangen per OMX-CCO-8). Beide eenheden kunnen
op ieder willekeurig punt op de digitale besturingsstationverbinding worden aangesloten.
• Iedere contactsluiting kan tijdelijk of permanent zijn.
• Iedere contactsluituitgang kan worden toegewezen aan een patroon dat is geprogrammeerd voor een
wandstationknop, contactsluitingang, tijdklokgebeurtenis of noodstatus.
Integratie via RS232
Het Softswitch128 -systeem kan worden ingebouwd met een gebouwenbeheersysteem via de Lutron RS232-
interface (OMX-RS232)
Noodstroomvoorzieningmodus
• Waneer een paneel in noodstroomvoorzieningmodus komt (uitval van gewone stroomvoorziening), worden de
circuits omgezet naar een noodpatroon. Ze blijven in die stand tot de regelaar de noodstroomvoorzieningmodus
opheft (terugkeer gewone stroomvoorziening). Alle besturingsstationingangen en tijdklokgebeurtenissen worden
in noodstroomvoorzieningmodus genegeerd.
• Voor meer informatie over noodverlichtingstoepassingen kunt u Lutron bellen en vragen naar toepassingsnotitie
#106.
• De noodstroomvoorzieningmodus kan worden geactiveerd via:
- Een paneel-naar-paneel noodaftastlijn. Voor deze methode dienen zich in het systeem tenminste twee panelen
te bevinden: een gewoon (niet-essentieel) voedingspaneel en een (essentieel) noodpaneel. Wanneer de stroom-
voorziening naar het normale paneel wordt onderbroken, gaat het noodpaneel of de noodpanelen over in
noodmodus. Hierbij dient aangetekend te worden dat de normale/noodschakelaars onderaan de regelaars
hiervoor wel in de juiste stand dienen te staan.
- De Lutron Emergency Lighting Interface (LUT-ELI-3PH), een apparaat dat in de UL 924-lijst is opgenomen, tast
het normale (niet-essentiële) lijnvoltage af op alle drie de fasen (3PH) van de gewone stroomtoevoer. Wanneer
een of meer fasen van de stroomtoevoer verloren gaan, stuurt de LUT-ELI-3PH een signaal naar de
Softswitch128 regelaar. Als de normaal-/noodschakelaar van de Softswitch128 -regelaar in de noodstand
wordt gezet, wordt het noodverlichtingspatroon geactiveerd.
6
Stap-voor-stap instructies voor het Softswitch128-systeem
R