Inhoudsopgave
Advertenties
STAP 6
Modus voor noodvermogen instellen
Deze stap wordt alleen uitgevoerd als er een noodpatroon nodig is omdat het normale vermogen is weggevallen.
In de modus voor noodvermogen worden alle ingangen en klokgebeurtenissen van het controlestation genegeerd.
Met deze stap bepaalt u of het paneel noodcircuits heeft en hoe u het noodpatroon configureert.
• Bepaal welke panelen worden gevoed door normaal (niet-essentieel) vermogen. Schuif de noodschakelaars
voor deze panelen naar links (zie onderstaande afbeelding).
• Schuif de noodschakelaars voor alle (essentiële) noodverlichtingspanelen naar rechts (zie onderstaande
afbeelding).
• De essentiële en niet-essentiële panelen moeten via een meetlijn op klem 5 op de aansluitingsconnector van
de Softswitch128-regelaar zijn aangesloten (zie onderstaande afbeelding). Zie de installatiehandleiding voor
bedradingsgegevens.
In deze configuratie meet het (essentiële) noodverlichtingspaneel het vermogen van het normale paneel.
Wanneer het normale vermogen wegvalt, schakelt het noodpaneel over op het noodpatroon (standaard
ingeschakeld voor alle circuits).
Opmerkingen:
• Als UL 924-certificering vereist is, kan de LUT-ELI-3PH (Lutron Emergency Lighting Interface) worden gebruikt
om aan de code te voldoen. De LUT-ELI-3PH meet de normale (niet-essentiële) lijnspanning van de drie fasen
van normaal vermogen. Wanneer een of meer fasen van vermogen zijn weggevallen, verzendt de LUT-ELI-3PH
een signaal naar klem 5 op de Softswitch128-regelaar(s). Wanneer de noodschakelaar is ingesteld op de
rechterpositie (essentieel), wordt het noodpatroon geactiveerd. De LUT-ELI-3PH kan met een of meer
paneelsystemen worden gebruikt.
• Verlies van normaal vermogen kan gesimuleerd worden door alle aangesloten regelaarschakelaars van het
normale (niet-essentiële) paneel uit te schakelen.
• Wanneer de noodschakelaar zich in het midden bevindt (standaard), reageert klem 5 op het paneel niet op
noodsituaties.
1 2 3 4
D
5
Bovenzijde van Softswitch128-regelaar
Gebruik klem 5 om
noodpanelen en
normale panelen,
of de LUT-ELI-3PH
en een of meer
noodpanelen, te
verbinden met een
meetlijn. Voor de
meetlijn wordt een
draad met een omtrek
van 1 mm aanbevolen.
R
De noodschakelaar met drie posities bevindt
zich aan de onderzijde van de Softswitch128-
regelaar.
(Niet-essentieel)
(Geen reactie bij noodsituatie)
Stap-voor-stap instructies voor het Softswitch128-systeem
Links
Rechts
(Essentieel)
Midden
33
Advertenties
Inhoudsopgave
