Inhoudsopgave
Advertenties
STAP 4
Overzicht van klokgebeurtenissen
Klokgebeurtenissen stellen het systeem in staat circuits automatisch in of uit te schakelen op een bepaald
tijdstip of op een tijd ten opzichte van de zonsopkomst of -ondergang. Er zijn 47 schema's beschikbaar: één
voor elke dag van de week en veertig vakantieschema's. Er kunnen maximaal 500 gebeurtenissen worden
ingesteld, maar niet meer dan vijfentwintig voor een bepaalde dag/vakantie. Vakantieschema's hebben altijd
voorrang op weekschema's.
Vul voordat u doorgaat met deze stap de tabel Klokgebeurtenissen achter in deze handleiding in. Noteer
wanneer elke gebeurtenis moet plaatsvinden en wat er moet gebeuren. De opties voor klokgebeurtenissen zijn:
• Patroon - Hiermee schakelt u voor een circuit of groep circuits een bepaalde instelling in.
• Begin stille uren - Hiermee wordt een modus voor energiebesparing gestart die wordt gebruikt om de verlichting
na de normale uren uit te schakelen tot het begin van de volgende dag. Eerst wordt er een verlichtingspatroon
geactiveerd voor de ruimte (Begin stille uren). U kunt voor verlichting de volgende instellingen programmeren:
Aan, Uit, Uit zonder knipperen of --- (Niet wijzigen). Circuits waarvoor u de instelling Uit programmeert, gaan
knipperen om eventuele aanwezigen te waarschuwen dat het circuit zal worden uitgeschakeld (hoe vaak de verlichting
knippert, is afhankelijk van de instelling bij Knipperen). De verlichting blijft lang genoeg aan om aanwezigen in
staat te stellen op een knop te drukken om de verlichting aan te houden (deze tijd wordt ingesteld bij Vertraging).
Als er niet op een knop wordt gedrukt, wordt de verlichting automatisch uitgeschakeld. Wanneer u voor een
circuit de instelling Uit zonder knipperen programmeert, gebeurt hetzelfde, maar knippert de verlichting niet
voordat deze wordt uitgeschakeld.
Als er op een knop wordt gedrukt, een aanwezigheidssensor wordt geactiveerd of een ander klokgebeurtenis
plaatsvindt terwijl de modus Stille uren of Vertraging is ingeschakeld, wordt de verlichting ingeschakeld en
blijven de lampen het geprogrammeerde aantal minuten branden (Waarschuwingstijd). Vervolgens begint de
verlichting te knipperen (bij Knipperen wordt ingesteld hoe vaak) en wordt het licht uitgeschakeld na de bij
Vertraging ingestelde tijd.
• Einde stille uren - Wanneer de stille uren voorbij zijn, wordt de huidige status van de verlichting niet gewijzigd.
Voorbeeldscenario voor stille uren:
A. Begin stille uren - het patroon voor stille uren wordt geactiveerd. De circuits die worden uitgeschakeld, beginnen
te knipperen en de bij Vertraging ingestelde tijd gaat in.
B. De modus voor stille uren wordt geactiveerd.
C. Er wordt op een knop gedrukt om de verlichting in te schakelen.
D. De verlichting knippert om aan te geven dat deze zal worden uitgeschakeld.
E. Er wordt op een knop gedrukt om te voorkomen dat de verlichting wordt uitgeschakeld.
F. De verlichting knippert om aan te geven dat deze zal worden uitgeschakeld.
G. De verlichting wordt uitgeschakeld.
H. Einde stille uren.
A
B
Ver-
Traging
26
Stap-voor-stap instructies voor het Softswitch128-systeem
C
D
Ver-
Waarschuwingstijd
Traging
E
Waarschuwingstijd
Stille uren
G
F
Ver-
Traging
H
R
Advertenties
Inhoudsopgave
