Inhoudsopgave
Advertenties
Tabel 42. Opties voor Systeeminstallatie - Geïntegreerd apparatenmenu (vervolg)
Geïntegreerde apparaten
Type C-Dock-lan
Verschillende apparaten
Het vingerafdruklezerapparaat inschakelen
Onopvallende modus
Tabel 43. Opties voor systeeminstallatie: storagemenu
Storage
SATA/NVMe-bewerking
SATA/NVMe-bewerking
Storage-interface
M.2 PCIe SSD-1
M.2 PCIe SSD-2
Smart Reporting
Smart-rapportering inschakelen
Schijfinformatie
146
BIOS-instellingen
De optie Type C-Dock-audio is standaard ingeschakeld.
OPMERKING:
Als u deze optie wilt weergeven, schakelt u de geavanceerde
installatiemodus in, zoals beschreven in
weergeven.
Hiermee kunt u het gebruikt van LAN op de externe poorten van het aangesloten
Type-C Dell dockingstation in- of uitschakelen.
De optie Type C-Dock-lan is standaard ingeschakeld.
OPMERKING:
Als u deze optie wilt weergeven, schakelt u de geavanceerde
installatiemodus in, zoals beschreven in
weergeven.
Schakelt de optie voor het vingerafdruklezerapparaat in of uit.
De optie Vingerafdruklezer inschakelen is standaard ingeschakeld.
OPMERKING:
Als u deze optie wilt weergeven, schakelt u de geavanceerde
installatiemodus in, zoals beschreven in
weergeven.
Hiermee wordt de onopvallende modus in- of uitgeschakeld. Wanneer deze optie
is ingeschakeld, worden alle systeem-LED's, de achtergrondverlichting van het LCD-
paneel en de audioapparaten van de computer uitgeschakeld.
De optie Onopvallende modus is standaard uitgeschakeld.
OPMERKING:
Op computers met een samenwerkingstouchpad wordt het
samenwerkingstouchpad uitgeschakeld wanneer de optie Onopvallende modus
is ingeschakeld.
OPMERKING:
Als u deze optie wilt weergeven, schakelt u de geavanceerde
installatiemodus in, zoals beschreven in
weergeven.
Hiermee kunt u de bewerkingsmodus van de geïntegreerde SATA-hardeschijfcontroller
instellen.
De optie RAID aan is standaard geselecteerd.
Toont de informatie van diverse schijven op de kaart.
Toont de ingebouwde apparaatinterface die aanwezig is in het platform voor besturing.
Toont de ingebouwde apparaatinterface die aanwezig is in het platform voor besturing.
Hiermee kunt u de Smart-rapporteringsoptie in- of uitschakelen.
De optie SMART-rapportering is standaard uitgeschakeld.
OPMERKING:
Als u deze optie wilt weergeven, schakelt u de geavanceerde
installatiemodus in, zoals beschreven in
weergeven.
Geeft de informatie van ingebouwde schijven weer.
Geavanceerde instellingsopties
Geavanceerde instellingsopties
Geavanceerde instellingsopties
Geavanceerde instellingsopties
Geavanceerde instellingsopties
Advertenties
Inhoudsopgave
