Hoofdstuk 5: Waarschuwingen en alarmen voor de
De werking van het alarmsysteem wordt bij het opstarten van het
toestel automatisch gecontroleerd doordat de diverse displaykleuren
knipperen en hoorbare indicators klinken. Er zijn vertragingen van meer dan 10
seconden die bij specifieke alarmen horen, en deze vertragingen worden
voor elk alarm uitgebreid verklaard in de tabellen hieronder.
GEEN
STROOM
EXTERNE VOEDING TE
HOOG
LAGE
ZUIVERHEID
BATTERIJ
BIJNA LEEG
EXTERNE
VOEDING LAAG
43
Alarm- en waarschuwingsschermen
Rode schermen
Geen externe
voeding
VERKEERDE
BATTERIJ
TEMPERATUUR TE
HOOG
ONGELDIGE MOTOR-
TEMPERATUUR
ONGELDIGE
TEMPERATUUR KAST
gebruiker
Gele schermen
LET OP
LAGE zuiverheid
GEEN adem
LET OP
BATTERIJ BIJNA LEEG
VERKEERDE
BATTERIJ
LET OP EXTERNE
VOEDING LAAG