Actie
Bedieningspaneel
Inschakelen druk op [
seconden blijven drukken
Uitschakelen druk op [
4.3.4 Auto-stop
Om te vermijden dat de afzuiging aan zou blijven staan,
wordt de motor automatisch na 3 uur uitgeschakeld
(enkel indien tijdens die 3 uur de bediening niet werd
gewijzigd).
4.3.5 Concentratie van de ventilatie
Indien u slecht op één zijde van de kookplaat kookt,
kunt u de verwijdering van de dampen concentreren
op die zijde. Met behulp van de schakelaar kunt u de
dampverwijdering concentreren op de linker of rechter-
zijde. Zo wordt de efficiëntie van het toestel nog ver-
hoogd.
4.4 Reinigingsindicaties
4.4.1 Reinigingsindicatie vetfilters
Indicatie: Witte led naast
Na 20 kookuren knippert het witte led naast het sym-
bool
.
Volg de reinigingsinstructies op welke
beschreven staan in het hoofdstuk Reiniging.
Na het reinigen en het terug plaatsen van de vetfilters,
reset de reinigingsindicatie.
Reset: druk gedurende 3 seconden op de
4.4.2 Reinigingsindicatie Monoblock recirculatiefil-
ter (alleen bij recirculatie)
Indicatie: Witte led naast
Na 200 kookuren brandt de witte led op naast het sym-
bool
(Deze indicatie geeft aan dat het Monoblock
recirculatiefilter geregenereerd dient te worden.
Volg de reinigingsinstructies op welke
beschreven staan in het hoofdstuk Reiniging.
Na het regenereren en het terugplaatsen van het Mono-
block recirculatiefilter, dient u reinigingsindicatie weer
op te starten.
Reset: druk gedurende 3 seconden op de toets
Indien deze programmering niet wordt uitgevoerd,
wordt de programmering automatisch ingesteld na 10
keer inschakelen van de afzuiging.
5 KOOKADVIES
Kwaliteit van de kookpannen/potten
Aangepaste kookpannen/potten: staal, geëmailleerd
staal, gietijzer, inox met magnetische bodem, alumi-
nium met magnetische bodem.
Niet aangepaste kookpotten: aluminium en inox zonder
Display
] en 2
]
gaat branden
toets
gaat branden
.
magnetische bodem, koper, messing, keramiek, porselein.
De fabrikanten vermelden of hun producten geschikt
zijn voor inductie.
Om u ervan te verzekeren of de kookpotten geschikt zijn:
• Giet een beetje water in een kookpot en plaats deze
op een inductie kookzone ingesteld op [ 9 ]. Het wa-
ter moet binnen enkele seconden opwarmen.
• Houd een magneet tegen de bodem van de kook-
pot. De magneet moet blijven plakken.
Sommige kookpotten zoemen wanneer ze op een in-
ductie kookzone geplaatst worden. Dit wil niet zeggen
dat het apparaat defect is en het beïnvloedt geenszins
het functioneren.
Afmetingen van de kookpotten
De kookzones passen zich in zekere mate automatisch
aan de diameter van de kookpot aan. De bodem van
deze kookpot dient wel een minimum diameter te heb-
ben in functie van de diameter van de gekozen kook-
zone. Plaats de kookpot goed in het midden van de
kookzone teneinde een optimaal rendement van uw
kooktafel te verkrijgen.
Voorbeelden van vermogensregeling
(de hieronder vermelde waarden zijn enkel richtgevend)
1 - 2
Smelten
Opwarmen
2 - 3
Opzwellen
Ontdooien
3 - 4
Stoom
4 - 5
Water
6 - 7
Zachtjes koken
7 - 8
Koken
Braden
9
Braden
Op kooktemperatuur
brengen
P en
Braden
Op kooktemperatuur
brengen
Sauzen, boter, choco-
lade, gelatine
Kant- en klaargerech-
ten
Rijst, pudding en
bereidde gerechten
Groenten, vis, diepge-
vroren producten
Groenten, vis, vlees
Gekookte aardappe-
len, soep, pasta
Verse groenten
Vlees, lever, eieren,
braadworsten
Goulash, rollade,
pens
Aardappelen, beig-
nets,
platte koeken
Steaks, omeletten
water
Aan de kook brengen
van grote hoeveelhe-
den water
NL 9