Gebruiksaanwijzing
Aansluiten op een datahost
In de fabriek is de DPM/PEM via de USB-interface op gegevensoverdracht ingesteld. De drukge-
gevens kunnen echter ook via een seriële interface of Ethernet interface doorgestuurd worden.
Als alternatief voor de overdracht via een dataleiding kunnen drukopdrachten ook op een geheu-
genkaart opgeslagen en van daaruit opgeroepen worden, zie
pagina 64.
De instelling van de interface gebeurt via de parameter
terface
Afhankelijk van de gekozen interface moeten eventueel nog andere parameters ingesteld worden:
• Instellingen voor seriële interface (Com 1 of Com 3
TERFACE PARAM. COM3
• Instellingen voor Ethernet-interface:
Voor meer informatie over de gegevensoverdracht, zie bedieningshandleiding, hoofdstuk „Inbe-
drijfstelling en bedrijf" > „Printen" >
Bestelnummers voor netaansluitings- of datakabels vindt u in het servicehandboek, thema
„Spare Parts" > „Accessories".
D
[32] Data-interfaces op de DPM/PEM.
A Ethernet
B RS 232
C USB
D RS 232/422/485 (optional)
1)
Als de tweede seriële poort is gemonteerd.
09/2022 | 01
DPM/PEM
poort.
Printopdracht overdragen
Printopdracht overdragen
INTERFACE PARAM. >EASYPLUGINTERPR > In-
1
INTERFACE PARAM. >COM1 POORT
):
INTERFACE PARAM. >NETWORK PARAM.
op pagina 64.
A
B
C
50
op
IN-
ofr
Inbedrijfstelling en bedrijf