05/11/15 08:57:33 39Z6E600_012
Voorzorgen bij stalling
Als u uw motor stalt met benzine in de brandstoftank en de carburateur,
moet het risico op ontbranding van benzinedamp zoveel mogelijk worden
tegengegaan. Kies een goed geventileerde stallingruimte, op ruime
afstand van apparatuur met open vuur zoals een fornuis, een
waterverwarmer of een kledingdroger. Vermijd ook een plek met een
elektromotor die vonken produceert of waar elektrisch gereedschap wordt
gebruikt.
Kies ook geen stallingruimte die erg vochtig is, want vocht bevordert roest
en corrosie.
Zet de motor om te stallen horizontaal neer. Door te kantelen kan er
brandstof- of olielekkage ontstaan.
Dek de motor af nadat de motor en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld, om
stof buiten te houden. Een warme motor en uitlaatsysteem kan sommige
materialen doen ontbranden of smelten. Gebruik geen plastic folie om af te
dekken tegen stof. Onder zo'n niet-doorlatende afdekking blijft vocht
rondom de motor achter en verloopt roestvorming en corrosie sneller.
Verwijder de accu en berg deze op een koele en droge plek op. Laad de
accu eens per maand op zolang de motor in stalling staat. Hiermee
verlengt u de levensduur van de accu.
Uit stalling nemen
Controleer uw motor zoals beschreven in de paragraaf
GEBRUIKSCONTROLES VOORAF in deze handleiding (zie pagina ).
Als u de brandstof heeft afgetapt ter voorbereiding op stalling, vul de tank
dan weer met nieuwe benzine. Als u een benzinevat gebruikt om bij te
tanken, zorg dan dat deze altijd alleen nieuwe benzine bevat. Na verloop
van tijd oxydeert benzine en verslechtert de kwaliteit, waardoor starten
wordt bemoeilijkt.
Als de cilinders ter voorbereiding op stalling werden geolied, zal de motor
heel even roken bij de eerste start. Dat is normaal.
VERVOER
Als de motor heeft gedraaid, laat dan eerst minstens 15 minuten afkoelen
voordat u de motor op het transportvoertuig zet. Een hete motor en
uitlaatsysteem kunnen brandwonden veroorzaken en materialen doen
ontbranden.
Houd de motor horizontaal wanneer u deze vervoert, om de kans op
lekkage van brandstof te verkleinen. Als de brandstoftank een
brandstofkraan heeft, draai de kraanhendel dan naar de stand CLOSED of
OFF.
12
ONVERWACHTE PROBLEMEN OPLOSSEN
MOTOR WIL NIET
STARTEN
1.
Elektrisch starten:
Controleer de
accu en de
zekering.
2.
Controleer de
regelstanden.
3.
Controleer de
brandstof.
3
4.
Verwijder en
inspecteer de
bougies.
5.
Neem de motor
mee naar een
erkende Honda
onderhoudsdealer
of zie het
werkplaatshandboek.
MOTOR HEEFT
GEEN VERMOGEN
1.
Controleer het
luchtfilter.
2.
Controleer de
brandstof.
3.
Neem de motor
mee naar een
erkende Honda
onderhoudsdealer
of zie het
werkplaatshandboek.
NEDERLANDS
Mogelijke oorzaak
Correctie
Accu leeg.
Accu opnieuw opladen.
Zekering
Vervang de zekering.
doorgebrand.
Brandstofkraan in
Zet hendel in de stand
stand CLOSED
OPEN of ON.
of OFF
(indien aanwezig).
Choke open.
Zet hendel in de stand
CLOSED, behalve als
de motor warm is.
Motorschakelaar in
Zet motorschakelaar
OFF.
in de stand ON.
Geen brandstof.
Brandstof bijvullen
(p. 7).
Slechte brandstof;
Tap de brandstoftank
motor gestald zonder
en de carburateur af
voorbereiding of
(p. 11).
aftappen van
Bijtanken met nieuwe
brandstof, of
benzine (p. 7).
bijgetankt met
slechte benzine.
Verkeerde of
Stel elektrodenafstand
vervuilde bougies
opnieuw af of vervang
of foutieve
de bougies (p. 10).
elektrodenafstand.
Bougies nat door
Droog de bougies en
benzine
breng weer aan. Start
(motor verzopen).
de motor met de
gashendel in de stand
FAST.
Brandstoffilter
Vernieuw of repareer
verstopt, defect in
defecte onderdelen
carburateur, defect
zoals vereist.
ontstekingssysteem,
hangende kleppen,
etc.
Mogelijke oorzaak
Correctie
Filterelement(en)
Reinig of vervang
verstopt.
filterelement(en) (p. 9).
Slechte brandstof;
Tap de brandstoftank
motor gestald zonder
en de carburateur af
voorbereiding of
(p. 11).
aftappen van
Bijtanken met nieuwe
brandstof, of
benzine (p. 7).
bijgetankt met
slechte benzine.
Brandstoffilter
Vernieuw of repareer
verstopt, defect in
defecte onderdelen
carburateur, defect
zoals vereist.
ontstekingssysteem,
hangende kleppen,
etc.