2. Typ het master-vaste-schijfwachtwoord.
Als het volgende pictogram verschijnt, typt u het beheerderswachtwoord:
Opmerkingen:
1. Als u tijdens het typen van het wachtwoord een fout maakt, kunt u die
herstellen met de backspacetoets.
2. Als u een vaste-schijfwachtwoord instelt op een computer waarop de Pas-
sphrase-functie ingeschakeld is en u plaatst die vaste schijf vervolgens in
een computer waarop de Passphrase-functie NIET ingeschakeld is, accep-
teert die computer het vaste-schijfwachtwoord niet.
Voor het instellen van een systeemwachtwoord, een vaste-schijfwachtwoorden
en een beheerderswachtwoord raadpleegt u Access IBM.
Opmerking:
Als u een downgrade van het BIOS van uw ThinkPad-computer naar
versie 1.xx aanbrengt, vergeet dan niet om alle wachtwoorden te verwij-
deren en de Passphrase functie inschakelt. Doet u dit niet, dan start het
systeem na de wijziging van het BIOS niet meer op en moeten de
systeemplaat en de vaste schijf mogelijk worden vervangen.
Mocht u toch vergeten zijn om de wachtwoorden te wissen en de Passphrase-
functie uit te schakelen alvorens een downgrade van het BIOS van uw
ThinkPad-computer naar versie 1.xx aan te brengen, volg dan de onder-
staande procedure:
v Als er een systeemwachtwoord is ingesteld, moet dat worden gewist. Neem
contact op met het Customer Support Center. Telefoonnummers vindt u in
"Telefoonlijst wereldwijd" op pagina 75.
v Als er een vaste-schijfwachtwoord is ingesteld, kunt u dat wissen op een
andere ThinkPad-computer waarop de Passphrase-functie ingeschakeld is.
In een dergelijk geval brengt u de computer naar een door Lenovo geauto-
riseerde onderhoudstechnicus of dealer om de vaste schijf te laten vervan-
gen.
De functie Passphrase gebruiken
Hoofdstuk 2. Computerproblemen oplossen
37