8.4 VOORUIT EN ACHTERUITRIJDEN
Houd het stuur met beide handen stevig vast.
Trek met de wijs- en de
middelvinger van uw
rechterhand de hendel naar
rechts om vooruit te rijden.
= vooruitrijden:
Laat de hendel los en laat de
scooter volledig tot stilstand
komen.
= achteruit rijden:
Trek met de wijs- en de
middelvinger van uw
linkerhand de hendel naar links om achteruit te rijden.
Probeer de hendel nooit tegelijkertijd naar links en
naar rechts te trekken.
28
GAAN RIJDEN