Na elke afstelling, reparatie of onderhoud en vóór
elk gebruik, dient u te zorgen dat alle onderdelen
stevig vastzitten - anders kan er materiaalschade
ontstaan of kan er iemand gewond raken.
7. DE SCOOTER AFSTELLEN
In het hiernavolgende wordt beschreven hoe u de scooter
kunt opzetten en afstellen zodat u comfortabel en veilig kunt
rijden.
7.1 OP- EN AFSTAPPEN: DE STOEL DRAAIEN
1.
Til de hendel van de zitting op en draai de stoel naar de
zijkant (links of
rechts) om te
gaan zitten.
2.
Ga op de stoel
zitten en draai
uw lichaam in de
rijrichting.
Vergrendel
vervolgens de
stoel door de
hendel los te
laten.
Kans op
ongelukken
door een
onjuist vergrendelde stoel:
De stoel dient na afstelling op de juiste wijze te zijn
vergrendeld; controleer dit door de stoel lichtjes naar voren
en naar achteren te duwen.
7.2 DE STOEL DRAAIEN OM OP- OF AF TE STAPPEN
1. Til de hendel van de zitting op en draai de stoel naar de
zijkant (links of rechts) om te gaan zitten.
DE SCOOTER AFSTELLEN
20
DE STOEL BEWEGEN