10.1 Fouten
Nummer
Melding
AC Freq High
E01
(AC-freq. Hoog)
AC Freq Low
E02
(AC-freq. Laag)
E11, E13,
AC Volt High
E16, E18,
(AC Volt Hoog)
E21, E23
E10, E15,
AC Volt Low
E20
(AC Volt Laag)
Grid Quality
E07
(Netkwaliteit)
HW Connect Fail
E08
(HW verb. fout)
Insulation
E34
(Isolatie)
No Grid
E09
(Geen net)
Solar1 High
E30
(DC1 Volt Hoog)
Solar2 High
E31
(DC2 Volt Hoog)
Installatie- en gebruikshandleiding voor omvormer RPI M50A_12s V1 EU NL 2017-03-20
10 Foutmeldingen en verhelpen van storingen
Mogelijke oorzaken van de storing
Stroomnetfrequentie ligt boven de OFR-instel-
ling (herkenning overfrequentie).
Verkeerde instelling van het land
Stroomnetfrequentie ligt onder de UFR-instelling
(herkenning onderfrequentie).
Verkeerde instelling van land of net.
Stroomnetfrequentie ligt boven de OVR-instel-
ling (herkenning overspanning).
Voedingsspanning ligt tijdens het bedrijf boven
de OVR Langs.-instelling.
Verkeerde instelling van land of net.
Stroomnetspanning ligt onder de UVR-instelling
(herkenning onderspanning).
Verkeerde instelling van land of net.
Verkeerde bedrading in de AC-stekker.
Niet-lineaire last in het net en vlak bij de omvor-
mer.
Verkeerde bedrading in de AC-stekker.
Storing in de isolatie van het zonnestroomsys-
teem.
Grote capaciteit van zonnestroomsysteem tus-
sen Plus en Aarde of Min en Aarde of beide.
De AC/DC-scheidingsschakelaar staat in de
stand OFF (UIT).
AC-stekker is niet naar behoren aangesloten.
Verkeerde bedrading in de AC-stekker.
DC-ingangsspanning op DC1 ligt boven de max.
toegestane DC-ingangsspanning.
DC-ingangsspanning op DC2 ligt boven de max.
toegestane DC-ingangsspanning.
Suggesties voor het verhelpen van de sto-
ring
Netfrequentie op het display van de omvormer
controleren.
Instelling van het land op het display van de
omvormer controleren.
Netfrequentie op het display van de omvormer
controleren.
Instelling van land of net controleren.
Netspanning op het display van de omvormer
controleren.
Netspanning op het display van de omvormer
controleren.
Instellingen van land of net controleren.
De netspanningsaansluiting op de omvor-
merklem controleren.
Instelling van land of net controleren.
Bedrading van de AC-stekker controleren.
De netaansluiting van de omvormer moet ver
van een niet-lineaire last, indien vereist, verwij-
derd zijn.
Bedrading van de AC-stekker controleren.
Isolatie van de DC-ingangen controleren.
Capaciteit controleren; indien nodig, zonnepa-
nelen drogen.
De AC/DC-scheidingsschakelaar in de stand
ON (AAN) draaien.
Aansluiting in de AC-stekker controleren en de
verbinding met de omvormer controleren.
Bedrading van de AC-stekker controleren.
De instelling van de zonnestroominstallatie wij-
zigen, zodat de DC-ingangsspanning op DC1
onder de max. toegestane DC-ingangsspanning
ligt.
De instelling van de zonnestroominstallatie wij-
zigen, zodat de DC-ingangsspanning op DC1
onder de max. toegestane DC-ingangsspanning
ligt.
131