Min. koelwatertemperatuur afhankelijk van de omgevingsvoorwaarden
8.7
40
35
30
25
20
15
10
0
5
Afbeelding 6: Bepaling van de koelmiddeltemperatuur
De toegestane temperatuur van het koelmiddel is afhankelijk van de relatieve luchtvochtigheid
tijdens de werking en van de omgevingstemperatuur. Bij een omgevingstemperatuur van 25 °C en
een relatieve luchtvochtigheid van 65 % is bijvoorbeeld een minimale toevoertemperatuur van het
koelmiddel van 18 °C toegestaan. De in het diagram weergegeven karakteristieken zijn
grenskarakteristieken. In het voorbeeld is daarom een toevoertemperatuur van het koelmiddel van
meer dan 18 °C mogelijk.
Als de minimaal toegestane toevoertemperatuur van het koelmiddel wordt onderschreden, moet de
2-punt-regelaar van Baumüller Antriebselektronik worden ingezet om condensvorming te
voorkomen (zie afbeelding functieschema – afbeelding 7- op de volgende pagina).
Opmerking:
Als de motor gedurende langere tijd stilstaat moet de koelmiddeltoevoer onderbroken worden (ter
voorkoming van condensvorming).
Als er tijdens langere stilstandtijden van de motor omgevingstemperaturen <3 °C kunnen optreden,
dient het koelmiddel preventief afgetapt te worden (ter voorkoming van vorstschade).
TAM 00695
DST2-135 - 400 W
Synchrone torquemotor
10
15
Umgebungstemperatur (°C)
Omgevingstemperatuur (°C)
20
25
30
35
05 / 2017
Nederlands
40
25