5.
6.
11.7.2
De onderste remplaat plaatsen
Voer deze procedure pas uit nadat de procedure in paragraaf
1.
2.
3.
4.
BOX 25 55
Duw de remplaat naar achteren tot
de 2 nokken op de achterzijde van de
remplaat in de uitsparingen vallen.
De nok ligt in de uitsparing als
de remplaat niet naar links of naar
rechts kan bewegen.
Breng de onderste remplaat
in een hoek omhoog in de
verbrandingskamer (1) en plaats de
rechterzijde van de remplaat boven
de zijpanelen (2) aan de rechterzijde.
Breng de linkerzijde van de onderste
remplaat omhoog en plaats de
plaat bovenop de zijpanelen aan de
linkerzijde. Controleer als dit niet past
of de zijpanelen stevig tegen de
zijwand van het toestel zijn geplaatst.
Duw de achterzijde van de remplaat
tegen de achterwand (3).
Zorg dat de onderste remplaat
horizontaal tegen de achterwand ligt.
11.7.1
is voltooid.
1
2
3
Onderhoud
41