Installatie van de BOX25 55 met houtstamopslagmodule
9.2.2
Aansluiting aan de onderzijde
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
9.3
De rookgaspijp aansluiten
1.
2.
3.
4.
30
Verwijder de ronde uitbreekplaat aan
de onderzijde van het toestel met
een hamer.
Plaats indien nodig de kraagring in de open externe luchtinlaatopening.
Buig de 3 lipjes op de kraagring naar buiten om de kraagring op de inlaatopening te
bevestigen.
Bepaal de locatie in de vloer voor de externe verbrandingsluchttoevoerinlaat.
Maak een gat met een minimumdiameter van 125 mm in de vloer.
Plaats een flexibele aluminium buis in het gat.
Bevestig het andere uiteinde van de flexibele aluminium buis op de kraagring.
Gebruik hierbij een slangklem of schroeven.
Voorzichtig: Tijdens gebruik van het toestel wordt de buitenzijde van het
kanalensysteem heet. Zie paragraaf
brandbaar materiaal.
Opmerking: Overweeg als het toestel op een ongevoerd, gemetseld
rookkanaal met een grote diameter wordt aangesloten om ter verbetering van
de werking van het toestel een voering in het rookkanaal aan te brengen.
Sluit het rookkanaal op de rookgasaansluiting op het toestel aan. Gebruik indien
nodig een stalen rookkanaaladapter.
Sluit bij aansluiting van het rookkanaal op een bestaande (gemetselde) schoorsteen
de ruimte tussen het rookkanaal en de bestaande schoorsteen met keramische wol
of een ander geschikt materiaal af (vraag de leverancier van het kanalensysteem om
advies).
Controleer of alle mechanische aansluitingen van het kanalensysteem correct zijn
aangebracht.
Controleer of het gehele kanalensysteem gasdicht is.
5.2
voor de minimumafstanden tot
BOX 25 55