Printer
Verwijder de labels die op de printer zijn aangebracht, niet. Op de labels staat informatie over de
bediening en het modelnummer van de printer.
Druk niet op de aan-/uitschakelaar met een voorwerp met een scherpe punt, bijvoorbeeld een pen.
Daardoor kan de aan-/uitschakelaar of de LED beschadigd raken.
Verplaats de printer niet terwijl snoeren zijn aangesloten op de netadapter, de autolader, de USB-poort
of de seriële poort. De aansluitingen en poorten kunnen dan beschadigd raken.
Berg de printer niet op in een omgeving die is blootgesteld aan hoge temperaturen, hoge vochtigheid,
direct zonlicht of stof. Dergelijke omstandigheden kunnen verkeuring of storingen veroorzaken.
Cd-rom
Kras niet op de cd-rom, stel de cd-rom niet bloot aan hoge of lage temperaturen, plaats geen zware
voorwerpen op de cd-rom en buig de cd-rom niet.
Algemene voorzorgsmaatregelen
Oplaadbare batterij
Bij aankoop is de oplaadbare batterij gedeeltelijk geladen om het functioneren van de printer te
controleren; de oplaadbare batterij dient echter volledig te worden opgeladen met de netadapter of de
autolader voordat u hem bij de printer gebruikt.
Verwijder de oplaadbare batterij uit de printer als u die gedurende langere tijd niet gebruikt. Berg de
batterij vervolgens op op een plaats waar hij niet wordt blootgesteld aan statische elektriciteit, hoge
vochtigheid of hoge temperaturen (aanbevolen temperaturen liggen tussen 15 en 25 °C bij een
relatieve luchtvochtigheid van 40 tot 60%). Laad de batterij minstens eens in de zes maanden op om
de levensduur en efficiëntie van de batterij te waarborgen.
Gebruik de oplaadbare batterij niet als u bij het eerste gebruik iets abnormaals constateert, bijvoorbeeld
roest of overmatige warmteontwikkeling. Neem in dat geval contact op met de leverancier van de printer.
Printer
Plaats geen oneigenlijke voorwerpen in de papieruitvoer, de contacten van de netadapter of autolader,
de USB-poort of de seriële poort.
Gebruik geen verfverdunner, benzeen, alcohol of andere organische oplosmiddelen om de printer te
reinigen. Deze producten kunnen de afwerklaag van het apparaat beschadigen. Gebruik alleen een
zachte, droge doek om het apparaat te reinigen.
Haal de RD-rol uit de printer als deze geruime tijd niet zal worden gebruikt.
Houd bij het afdrukken altijd de klep van het compartiment voor de RD-rol gesloten.
Gebruik optionele accessoires uitsluitend op de in de handleiding voorgeschreven wijze.
Deze printer maakt gebruik van thermisch papier. Als op het afgedrukte papier wordt geschreven of
gestempeld met inkt, kan die inkt ertoe leiden dat de afgedrukte tekst vervaagt of verkleurt. Bovendien kan
het enige tijd duren voordat de gebruikte inkt droog is. Afgedrukte tekst kan vervagen of verkleuren als het
label in contact komt met een van de volgende materialen: vinylchloride producten, leren voorwerpen zoals
portefeuilles en tassen, organische stoffen zoals alcohol, ketonen, esters, plakband, vlakgum, rubberen
matten, inkt van magic markers, inkt van permanent markers, correctievloeistof, koolstof, lijm,
blauwdrukken, handlotion, producten voor haarverzorging, cosmetica, water en transpiratievocht.
Raak de printer niet aan met natte handen.
Gebruik geen gevouwen, nat of vochtig papier; dit kan leiden tot een papierstoring of een storing in de
printer.
Raak papier en labels niet aan met natte handen; dit kan leiden tot een storing.
BELANGRIJK
9