8 Onderhoud
8.4
Onderhoud van bougies
Reinig of vervang de bougie als dat nodig is. Zie de handleiding van de motor.
1. Verwijder de bougie en controleer deze.
2. Vervang de bougie als de isolator gebarsten of gespleten is.
3. Maak de bougie-elektroden schoon met een draadborstel.
4. Stel de luchtspleet van de bougie af.
5. Schroef de bougie in en draai hem vast.
Als de bougie verstopt is met kool, maak deze dan schoon met een bougie-
reiniger of staalborstel.
Controleer altijd de elektrodenafstand na het reinigen.
OPMERKING: Een losse bougie kan erg heet worden en tot motorschade leiden.
Pas de opening aan tot 0,03 inch (0,7 mm tot 0,8 mm)
Aanbevolen bougie: zie Technische gegevens
8.5
Onderhoud brandstofzeef
Houd er rekening mee dat vuil en water in de brandstof worden verwijderd door
het brandstoffilter.
1. Verwijder de zeefbeker en maak hem goed schoon door het verzamelde water
en vuil te verwijderen.
2. Reinig de zeef en zeefbeker met wasbenzine.
3. Bevestig de beker stevig aan de hoofdbehuizing en zorg ervoor dat er geen
brandstof lekt.
38