7 Werking
Als het brandstofpeil te laag is, gebruik dan schone, verse, loodvrije benzine.
1. Meng GEEN olie met brandstof.
2. Reinig het gebied rond de tankdop.
3. Verwijder de tankdop.
4. Zorg ervoor dat het brandstoffilterzeefje op het brandstoffilter wordt gebruikt
5. Voeg langzaam brandstof toe aan de tank.
6. Overschrijd de rode markeringspositie van het brandstoffilter niet.
7. Schroef de tankdop erop en veeg gemorste brandstof weg.
OPMERKING: Gebruik alleen loodvrije benzine. Het gebruik van gelode benzine
veroorzaakt ernstige schade aan interne motoronderdelen.
Vermijd herhaald of langdurig contact met de huid of inademen van damp.
Buiten bereik van kinderen houden.
Gebruik geen mengsel van olie en benzine of benzine met onzuiverheden.
Gebruik nooit oude of vervuilde benzine. Voorkom dat er vuil of water in de
brandstoftank komt.
WAARSCHUWING
Vul alleen brandstof bij als de generator koud is. Het morsen kan brand
veroorzaken.
Controleer na het tanken of de tankdop goed vastzit.
Accu plaatsen
De aanbevolen accu is 12V-24AH.
WAARSCHUWING
Gebruik alleen de aanbevolen accucapaciteit. Zorg dat de schakelaar in de stand
"STOP" staat voordat u de accu aansluit of loskoppelt. Controleer altijd of de
aansluitingen correct zijn aangesloten. Positieve (+) kabel naar Positieve (+)
aansluiting; Negatieve (-) kabel naar Negatieve (-) aansluiting.
RODE KABEL: Positieve (+) aansluiting
30