uitgeschakeld. Als er PnF activering in de PiF tijd is, is alleen handmatige reset mogelijk, door het
indrukken van de DOWN toets voor tenminste 3sec. of door het uit en in schakelen op de regelaar.
18.1.4 EA1÷EA6: Compressoren en ventilatoren beveiligings alarm
Ingangen
WAARSCHUWING: DEZE INGANGEN VEREISEN POTENTIAAL VRIJE CONTACTEN.
De ingangen (van 10, 11, 12, 13, 14+ ID5) echt in gebruik, hangt af van de nummers van de
uitgangen. De bescherming ten aanzien van de compressoren en ventilatoren zijn aangesloten op
deze ingangen. Als een van deze beveiligingen is ingeschakeld (bijv. bij gebrek aan olie of
oververhitting, enz.) wordt de bijbehorende uitgang uitgeschakeld.
Parameters
ALIP: Het is vastgesteld dat de ingang wordt geactiveerd door het sluiten van (ALIP=cL) of door het
openen van (ALIP=oP).
Acties
Elke keer als de ingangen geactiveerd zijn schakelen alle bijbehorende uitgangen uit.
Herstel
Herstel hangt af van de parameter ALMr
Met ALMr = NO zal de regelaar de standaard bedrijfs modus herstarten als de ingangen zijn
uitgeschakeld.
Met ALMr = YES is handmatige reset mogelijk, door het indrukken van de DOWN toets voor
tenminste 3sec. of door het uit en in schakelen op de regelaar.
18.1.5 P1, P2; P3: sensor fout alarm
Wordt weergegeven door een fout in de sensor P1, P2 of P3.
In geval van een P1 fout hangen de nummers van de samenhangende stappen af van de parameter
SPr
In geval van een P2 fout hangen de nummers van de samenhangende stappen af van de parameter
FPr
Wanneer de P3 sensor gebruikt word voor het dynamisch set point.
De functie is uitgeschakeld en alleen de standaard set point wordt gebruikt.
Wanneer de P3 sensor gebruikt wordt voor analoge uitgang.
De functie is uitgeschakeld en alleen de analoge uitgang wordt weergegeven in de SA0
parameter
Herstel
Automatisch zodra de sensor herstart met werken.
18.1.6 C-HA, C-LA, F-HA, F-LA Hoge en lage druk (temperatuur)
alarmen voor compressoren en ventilatoren
Dit alarm geeft aan dat de druk(temperatuur) buiten het limiet is. Weergegeven door de parameters
LAL en HAL voor compressoren en LAF en HAF voor ventilatoren.
Met de parameters tAo en AFd wordt de vertraging tussen de alarmconditie en het signaleren
ingesteld.
Actie
Het alarm wordt gesignaleerd met de standaard actie. De uitgangen blijven ongewijzigd.
Dixell_Bedieningsvoorschrift_XC645CX_NL_update 2014_01_14.doc
XC645C X
34/41