Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

6.6.1

Veiligheidsventiel

Voor de veiligheid is het toebehoren uitgerust met een ventiel dat voorkomt dat het toebehoren kan worden
gebruikt wanneer het van de grond is opgeheven. Het ventiel stopt het hydraulische debiet naar de
hydraulische motor van het toebehoren wanneer het toebehoren is opgeheven of wanneer de zweefstand te
laag is ingesteld. Op ongelijke grond kan het veiligheidsventiel te vaak inschakelen. Daarom is het belangrijk
om de juiste zweefstandpositie in te stellen voor de juiste werking van het toebehoren.
Wanneer het stangenstelsel is ingesteld op
de
afbeelding, draait de motor niet omdat het
veiligheidsventiel wordt ingeschakeld. De
snelkoppelingsplaat van de laadarm moet
voldoende vooruit worden gekanteld.
De zweefstand moet worden gecontroleerd
als de motor helemaal niet draait of
onregelmatig
besturingshendel van de externe hydrauliek
op ingeschakeld is vergrendeld.
Controleer de werking van het veiligheidsventiel regelmatig. Kantel de snelkoppelingsplaat omhoog
(bakvulrichting) om het ventiel te activeren; de motor moet stoppen wanneer het stangenstelsel volledig is
gekanteld. Gebruik het toebehoren nooit als het ventiel defect is, neem indien nodig contact op met service.
Ook de deur van de opvangbak wordt bestuurd met het veiligheidsventiel. Daarom is de
juiste instelling belangrijk voor de juiste werking van de deur van de opvangbak.
positie die
is
aangegeven
draait,
zelfs
op de
wanneer
de
.
25 (40)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

A428800

Inhoudsopgave