24 (40)
De bedrijfspositie van het zweefstandsysteem kan worden aangepast met de rode pijlen op het
aanbouwwerktuig als indicatie. Als de rode pijlen bij elkaar komen, is het systeem goed geplaatst, zoals te
zien is op de onderstaande afbeelding.
Voorkom bij het instellen van het zweefstand-stangenstelsel van de vacuümborstel in de
juiste werkpositie dat het aanbouwwerktuig hard tegen de grond duwt met de laadarm,
om beschadiging te voorkomen. Voer de hef- en kantelbewegingen van de laadarm
voorzichtig uit.
De rode pijlen geven de juiste beginpositie van het OptiFloat®-systeem alleen aan als de
kniklader en de vacuümborstel op hetzelfde niveau zijn en recht ten opzichte van elkaar
zijn, in de rijrichting.