van het koelelement niet in contact komt met de ondergrond.
10. Gebruik de handgreep achteraan op de systeemplaat om de systeemplaat en
de lade uit de het chassis te trekken.
11. Leg de defecte systeemplaat naast de nieuwe op een schone, vlakke onder-
grond.
12. Om de microprocessor te verwijderen van een defecte systeemplaat opent u
de hendel 3 waarmee de microprocessor 2 is vergrendeld en draait u de
microprocessorhouder 1 totdat deze helemaal open is.
Hoofdstuk 2. Hardware vervangen
9