M C 2-FC mo de FC
1.9 Dag/nacht-mode
De dag/nacht-mode wordt gebruikt om de temperatuur-setpoints te bepalen. De mode wordt
automatisch geschakeld aan de hand van parameters (P350..P351).
1.10 Setpointkoppeling
Het temperatuursetpoint kan worden gekoppeld aan een andere cel (P805]. De regelaar gebruikt
dan hetzelfde temperatuursetpoint als de cel waaraan gekoppeld is.
1.11 Sperren
Als sperren is geactiveerd dan stoppen alle regelfuncties. Sperren kan worden geactiveerd
gedurende realtime-tijdsperiodes (P701..P716) of met een digitale ingang. Indien vereist kan het
sperren worden genegeerd voor automatische ventilatie (P720).
1.12 Alarmen
De regelaar heeft instelbare temperatuur alarmen. Via parameters (P601..P618) kan per fase
worden ingesteld hoe de alarmen moeten functioneren: absoluut en/of relatief ten opzichte van het
actuele setpoint, met welke alarmvertraging en met welke acties.
Via een digitale ingang kan er ook een extern alarm aan regelaar worden gemeld.
1.13 Tellers
De regelaar heeft onderstaande vrijlopende tellers. Deze tellers kunnen via de bediening worden
uitgelezen en handmatige worden gereset.
·
Koel acties/pulsen
·
Koel-tijd
De regelaar heeft onderstaande dagtellers. Deze tellers kunnen via de bediening worden uitgelezen
en worden automatisch om middernacht gereset.
·
Koel acties/pulsen
·
Koel-tijd
·
Ventilatie-tijd (functie "Ventileren tijdens koelen" of "Automatisch ventileren" actief)
·
Ventileren tijdens koelen-tijd (functie "Ventileren tijdens koelen" actief)
·
Automatisch ventileren-tijd (functie "Automatisch ventileren" actief)
·
Bevochtigs-tijd
Document no.:190236
Pagina 9 van 44
Versie: 1.7