M C 2-FC mo de FC
De regelaar heeft zelf 5 temperatuur sensor ingangen (ook te gebruiken als digitale ingang) en 5
relais. Indien er meer ingangen of relais nodig zijn, kan de regelaar uitgebreid worden met een
optionele extensie module 907.100054 MC3-EM [1Do12,1Rth16]. Daarmee wordt de regelaar
uitgebreid met 11 temperatuur sensor ingangen en 12 relais.
1.2 Ingebruikname
Om de regelaar in gebruik te nemen is het volgende van belang:
·
Indien de ethernet aansluiting wordt gebruikt moet het IP-adres worden
gecontroleerd/ingesteld (zie paragraaf 5.1).
·
De juiste mode (FC of MC) moet worden geselecteerd (zie paragraaf 5.2)
·
De gewenste regelaar naam moeten worden ingesteld (zie paragraaf 5.3).
·
De gewenste in- en uitgangsfuncties moeten worden ingesteld met parameters (zie paragraaf
3, met name parameters P101
·
Indien de regelaar met andere regelaars moet samenwerken, dan moeten de regelaars
onderling via het RS485 netwerk met elkaar verbonden worden. Op elke regelaar moet dan een
uniek netwerknummer worden ingesteld (P801).
·
De overige parameters moeten worden gecontroleerd/ingesteld.
De software versie van de regelaar is op te vragen met parameter P991. Om de samenwerking
van meerdere regelaars b in nen één netwerk te realiseren wordt geadv iseerd om regelaars toe
te passen met gelijke software versies. Regelaars met versch illende software versies kun nen
mogelijk niet correct met elkaar samenwerken.
Tevens wordt dringend g eadv iseerd om na inbedrijfstelling van een regelaar de ingestelde
parameters goed te noteren en te b ewaren. Dan is een regelaar ind ien nodig veel eenvoudiger
en sneller uit te wisselen.
De volgende paragrafen beschrijven de functionele werking van de regelaar.
1
In deze handleiding worden parameters aangeduid met P<x> met x = parameternummer.
Document no.:190236
1
..P116 en P951..P964).
Pagina 5 van 44
Versie: 1.7