Algemeen
De extra boiler is een indirect verwarmd
apparaat. De tank is als drukboiler ont-
wikkeld en dus met een verwarmings-
ketel voor de voorziening van meer
tappunten geschikt. De maximaal
toegestane aansluitdruk voor de tap-
water- en verwarmingszijde kan uit
tabel 2 worden gehaald. De aan de
binnenkant liggende warmtespiralen
garanderen een goede warmteover-
dracht en de hoogwaardige isolatie
begrenst de warmteverliezen tot een
minimum. Om onnodige tijden, waarop
de verwarming niet werkt, te vermijden
dient de tapwatertemperatuur niet hoger
ingesteld te zijn dan voor de betreffende
behoefte beslist noodzakelijk is.
Een temperatuur boven de 60°C moet
vanwege energiebesparing indien
mogelijk niet worden gekozen. Dit geldt
vooral ook bij zeer kalkhoudend water.
Werkwijze
De boiler is via de KW-aansluiting met
het voorzieningsnet en via de
WW-aansluiting met de tappunten
verbonden. Wordt uit een tappunt warm
water genomen, stroomt er weer koud
water in de boiler, waar dit op de
gewenste temperatuur wordt verwarmd.
De verwarming vindt indirect plaats
door het verwarmingswater, dat met een
laadpomp door de verwarmingsspiralen
wordt getransporteerd en daar zijn
warmte aan het tapwater afgeeft.
Opstelling
Om transportschade te vermijden, moet
de verpakking pas op de opstellings-
plaats worden verwijderd. Voor het
opstellen moeten de apart verpakte
stelpoten aan de onderzijde van de
boiler in de moeren op de steunring
worden gedraaid. Bij opstelling in de
kelder is het vanwege het vocht op de
vloer aan te bevelen de tapwaterboiler
op een voetstuk te zetten.
Voor onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden moet voor de tapwaterboiler
voldoende plaats worden vrijgehouden.
Installatie
Algemeen
Bij de opstelling en installatie van de
tapwaterboiler dienen vooral volgende
voorschriften in acht te worden
genomen: DIN 1988, DIN 18160,
DIN 4753, DIN 4109, energie-
besparingswet en VDE-voorschriften.
Bovendien dienen de betreffende
voorschriften van het nutsbedrijf en ook
bouwrechtelijke voorschriften in acht te
worden genomen. De plaats van
opstelling moet volgens DIN 4753 tegen
vorst beschermd zijn. Hij moet in de
directe omgeving van het warmte-
apparaat worden gekozen.
Tapwaterinstallatie
De aansluiting op de koude waterleiding
moet volgens DIN 1988 gebeuren met
gebruik van een geschikte veilig-
heidsgroep. De veiligheidsklep moet
als proefmodel zijn getest en zo zijn
ingesteld, dat het overschrijden van
de toegestane bedrijfdruk wordt
verhinderd. De afblaasleiding mag niet
worden gesloten. Bij een tapwaterinhoud
van 200-1 00 l is een minimale klep-
afmeting van NW 20 (R ¾") nodig.
De toegestane netdruk wordt met
volgende formule bepaald: toegest.
netdruk = toegest. bedrijfsdruk * 0,8.
Is de netdruk groter dan toegestaan,
dan moet deze met behulp met een
drukregelaar tot de toegestane waarde
worden gereduceerd. De volgorde van
afzonderlijke armaturen staat in het
aansluitschema.
Aansluitschema voor tapwaterinstallatie
Circulatie
Circulatieleiding
Door een circulatieleiding ontstaan
meestal hoge stilstandverliezen,
daarom moet een circulatieleiding
alleen bij een vertakt warmwaternet of
op grote afstand liggende tappunten
door gebruik te maken van een
tijdgestuurde circulatiepomp worden
voorzien. In de circulatieleiding moet
een terugslagklep worden gemonteerd,
de leidingen moeten zorgvuldig worden
geïsoleerd.
Warmwateraansluiting
De tapwaterboiler is geschikt voor
pompfunctie. Aanvoer- en retour-
leidingen moeten op de daarvoor
bedoelde plaatsen van de tapwater-
boiler worden aangesloten.
De aansluitingen zijn in de tankschets
aangegeven. De noodzakelijke
terugslagkleppen moeten functioneel
in de leidingen worden gemonteerd.
Om energieverliezen zo gering mogelijk
te houden, moeten de leidingen
zorgvuldig worden geïsoleerd. Bij het
vullen van de verwarmingkring moet
deze worden ontlucht.
Boilerregeling
Als er geen geschikt boilerregeling
aanwezig is, dan kan bij de fabrikant
een geschikte regelschakelkast /
aanbouwtemperatuurregelaar worden
besteld.
Tapplaatsen
Veiligheidsklep
gecontroleerde
afvoerleiding
Veiligheidsgroep
volgens DIN 1988
3