FLESSENGAS
Flessengas is een zeer brandbaar gas. Wees altijd zeer
voorzichtig bij het werken met flessengas.
Uit hoofde van EU-richtlijn 2001/56/EG*2006/119/EG moet
de hoofdkraan van de gasfles tijdens het rijden gesloten zijn.
Er kunnen ook nationale of lokale voorschriften gelden.
Op een tankstation moeten flessengastoestellen altijd zijn
uitgeschakeld.
In de garage, op de veerboot of in andere gesloten ruimten
moeten flessengastoestellen zijn uitgeschakeld en moet de
hoofdkraan van de gasfles gesloten zijn.
Sluit de hoofdkraan van de gasfles wanneer u de caravan
niet gebruikt.
Let erop dat zich in de buurt van de gasfles geen vuur, gloei-
ende of hete voorwerpen bevinden die flessengas kunnen
doen ontbranden.
Test bij het verwisselen van een gasfles het flessengassys-
teem op lekkage met behulp van de lekkagetester.
Bij vermoeden van lekkage: sluit de hoofdkraan van de gas-
fles. Goed ventileren. Roep de hulp in van een vakman om
de storing op te sporen en te verhelpen.
Het flessengassysteem moet jaarlijks door een vakman op
lekkage worden getest.
Reparaties aan het flessengassysteem mogen alleen worden
uitgevoerd door een vakman.
Voor de gastoestellen in de caravan mag alleen flessengas
van het type propaan of butaan worden gebruikt (gewoon
flessengas).
CA2020-1 NL
BRANDVEILIGHEID
Stel u op de hoogte van plaats en werking van het brandbe-
strijdingsmateriaal op de camping.
Gebruik in geval van brand in de caravan bij voorkeur een
poederblusser.
Als de deur geblokkeerd is, kunt u ramen met opening als
nooduitgang gebruiken. Zorg ervoor dat deze ramen niet
worden geblokkeerd.
Zorg ervoor dat de brandmelder van de caravan in orde is.
Vervang zo nodig de batterij of doe dit eens per jaar. Test
wekelijks de brandmelder door de knop ingedrukt te houden
tot het alarm klinkt.
Maatregelen bij brand:
•
Sluit de hoofdkraan van de gasfles in de gasflessenkast.
•
Breng zo mogelijk de gasflessen in veiligheid.
Gasflessen zijn drukvaten die niet aan te hoge tempera-
tuur mogen worden blootgesteld. Als de gasflessen niet
in veiligheid kunnen worden gebracht, ontruim dan de
gevarenzone.
•
Koppel de 230V-stroomvoorziening los.
•
Informeer het brandpersoneel over de plaats van de
gasflessen.
7