6 InsTeLLen
Het kan in bepaalde gevallen nodig zijn om de
fabrieksmatige parameters te veranderen. Met
behulp van de afzonderlijke software BCSoft en de
opto-adapter PCO 200 is het mogelijk, parameters
op de FDU te modificeren, zoals bijv. de uitscha-
keldrempel of het type vlambewaking, zie hiervoor
ook het hoofdstuk "Toebehoren" van de bedienings-
handleiding of de technische informatie en de bedie-
ningshandleiding BCSoft op www.docuthek.com.
1 Parameterinstellingen via BCSoft veranderen.
➔ Om netwerkbeveiliging te waarborgen, heeft
BCSoft geen toegang tot het apparaat via het
netwerk.
➔ De fabrieksmatige instelling is met een te para-
metriseren wachtwoord (1234) beveiligd.
➔ Wanneer het wachtwoord wordt veranderd,
moet het in de documentatie van het apparaat
worden genoteerd.
2 Op "Confirm Changes" klikken om parameterwij-
zigingen van BCSoft aan de FDU door te geven.
➔ Er verschijnt een pop-upvenster met de melding
dat de gegevensoverdracht is voltooid.
3 In het pop-upvenster op "OK" klikken.
➔ In BCSoft opent een venster om de parameter-
wijziging te bevestigen.
➔ De groene led van de FDU knippert tot de para-
meterwijziging is bevestigd.
4 Door op "Accept" te klikken de parameterwijzi-
ging bevestigen of met de knop "Reject"
afkeuren.
➔ De parameterwijzigingen moeten worden beves-
tigd, opdat de FDU de nieuwe parameterinstel-
lingen overneemt. Anders behoudt de FDU de
oude parameterinstelling.
uitschakeldrempel
➔ De uitschakeldrempel kan tussen 2 en 20 µA
worden ingesteld.
➔ Bij gebruik van de FDU aan een branderbe-
sturing kan de uitschakeldrempel niet aan de
branderbesturing worden ingesteld.
para-
me-
parameterwaarde
ter
2–20 = uitschakeldrempel
vlamsignaal brander 1 in µA
A001
(afhankelijk van parameter
7 In BedRIJF sTeLLen
WaaRsChuWIng
Ontploffingsgevaar! Installatie voor inbedrijfname
op lekkage controleren.
Om ervoor te zorgen dat er geen schade ontstaat,
voor de inbedrijfstelling ervoor zorgen dat op de
FDU de parameter I004 (= keuze van de vlam-
voeler) zo is ingesteld dat deze op het voor het
gebruik vrijgegeven bereik is afgestemd.
1 Installatie inschakelen.
➔ De leds (geel, rood en groen) knipperen tijdens
de initialisatie van de FDU.
➔ Zodra de groene led brandt, is de FDU gereed
voor gebruik.
➔ Zodra de gele led brandt, wordt een vlam her-
kend (vertraging ≤ 1 s).
➔ Bij een storing brandt de rode led.
NL-5
brieksin-
stelling
> 2 µA bij
I004 = 0,
> 5 µA bij
I004 = 1,
5 µA bij
I004)
I004 = 2,
> 2 µA bij
I004 = 9
Fa-