UVS-/UVC-bewaking: 0–25 μA,
C70xx-bewaking: 0–15 μA.
Ionisatie-/uv-kabel:
max. 50 m (164 ft).
Contactbelasting:
max. 2 A, cos φ ≥ 0,6,
min. 2 mA, cos φ ≥ 0,6.
Nominaal vermogen bij SIL 3 toepassingen:
max. 0,1 A, cos φ = 1 voor beide maak- en ver-
breekcontact-uitgangen, 230 V~ of 24 V=.
Aantal schakelcycli:
max. 250.000.
12.1 Levensduur
Dit aangeven van de levensduur is gebaseerd
op een gebruik van het product conform deze
bedieningshandleiding. Het is noodzakelijk de veilig-
heidsrelevante producten na het bereiken van hun
levensduur te vervangen.
Levensduur (gerelateerd aan de datum van produc-
tie) conform EN 230, EN 298 voor FDU: 20 jaar.
Een verdere toelichting vindt u bij de geldige regels
en het internetportaal van afecor (www.afecor.org).
Deze handelwijze geldt voor verwarmingsinstallaties.
Voor thermische installaties de plaatselijk daarvoor
geldende voorschriften in acht nemen.
13 veILIgheIdsRIChTLIJnen
Toepassingsgebied:
volgens "Industriële installaties voor warmtebehan-
delingsprocessen – Deel 2:
Veiligheidseisen voor verbrandings- en brand-
stofsystemen" (EN 746-2) in combinatie met
brandstoffen en oxidanten, die bij oxidatie uv-stra-
ling uitstoten.
Werkingswijze:
Type 2 volgens EN 60730-1.
Storingsgedrag:
al naar gelang het type 2.AD2.Y. Tijdens een storing
schakelt de FDU af en gebruikt een vrij activerings-
mechanisme, dat niet gesloten kan worden.
De foutherkenningstijd (FDRT) is instelbaar via
parameter A018 in BCSoft:
min. 0,7 s en max. 3,7 s.
Intermitterend bedrijf:
Volgens EN 298 hoofdstuk 7.101.2.9 mogelijk. Er
moet voor het opstarten van de branderbesturing
op vreemd licht gecontroleerd worden.
Softwareklasse: komt overeen met softwareklasse
C, die in een gelijksoortig, dubbelkanaals architec-
tuur met vergelijk werkt.
Uitsluiten van de fout kortsluiting:
Nee. Interne spanningen zijn noch SELV noch PELV.
Interfaces
Bedradingswijze:
Aanbrengvorm type X volgens EN 60730-1.
Aansluitklemmen:
Voedingsspanning:
FDU..Q: 120 V~, -15/+10%, 50/60 Hz, ±5%,
FDU..W: 230 V~, -15/+10%, 50/60 Hz, ±5%, tus-
sen klem L en N,
ionisatiesignaal: 230 V~ tussen klem ION (ionisa-
tie-uitgang) en BM (massa van de brander). De
spanning wordt door de FDU beschikbaar gesteld.
Gelijkstroomsignaal:
geen vlam: < 2 μA,
actieve vlam: 2 tot 25 μA, afhankelijk van de vlam-
kwaliteit.
14 LogIsTIeK
Transport
Het apparaat beschermen tegen belasting van
buitenaf (schok, klap, trillingen).
Transporttemperatuur: zie pagina 9 (12 Techni-
sche gegevens).
De voor het transport beschreven omgevingsom-
standigheden zijn van toepassing.
Transportschade aan het apparaat of de verpakking
direct melden.
Leveringsomvang controleren.
opslag
Opslagtemperatuur: zie pagina 9 (12 Technische
gegevens).
De voor de opslag beschreven omgevingsomstan-
digheden zijn van toepassing.
Opslagduur: 6 maanden voordat het apparaat voor
het eerst gebruikt wordt, in de originele verpakking.
Mocht de opslagtijd langer zijn, dan wordt de totale
levensduur met deze extra periode verkort.
NL-10