BESCHRIJVING EN GEBRUIK VAN HET TOESTEL
Instellingen CV en SWW / instellingen CV (vervolg)
Instellingen CV
Warmste dag temp.
18°C
CH2 / CV2 circuit
Geactiveerd
CV2 Max. temp.
60°C
CV2 Min. temp.
27°C
Warm Weer afschakeling
Uit
Circulation pump permanent Uitgeschakeld
Instellingen CV
CH2 / CV2 circuit
Geactiveerd
CV2 Max. temp.
60°C
CV2 Min. temp.
27°C
Warm Weer afschakeling
Uit
Circulation pump permanent Uitgeschakeld
CV pomp nadraaitijd
5 min
Instellingen CV
CV2 Max. temp.
60°C
CV2 Min. temp.
27°C
Warm Weer afschakeling
Uit
Circulation pump permanent Uitgeschakeld
CV pomp nadraaitijd
5 min
Bevriezingsbeveiliging
Geactiveerd
Instellingen CV
CV2 Min. temp.
27°C
Warm Weer afschakeling
Uit
Circulation pump permanent Uitgeschakeld
CV pomp nadraaitijd
5 min
Bevriezingsbeveiliging
Geactiveerd
Vorstbeveiliging temp.
-30°C
Instellingen en parameters - ACVMax: 660Y2800 • C
De functie CV pomp nadraaitijd bepaalt hoelang de circulatiepompen van de centrale verwarming
CV Pomp
nadraaitijd
na een verwarmingsaanvraag zullen blijven werken. Zie "Pompen", op blz. 32, om te bepalen welke
5 min
pompen zullen blijven werken. Met de functie CV pomp nadraaitijd kan de warmte die na een ver-
warmingsaanvraag nog aanwezig is, naar de verwarmingsinstallatie teruggestuurd worden. Op die
Uit
20 min
manier wordt het globale rendement van de installatie geoptimaliseerd.
Druk op de pijltjestoetsen naar LINKS of RECHTS om de CV pomp nadraaitijd in te stellen, en druk
vervolgens op OK om de instelling te bewaren.
Standaard: 5 min.
De functie bevriezingsbeveiliging kan in dit venster geactiveerd en uitgeschakeld worden. Het ingebouwde
bevriezingsbeveiligingsmechanisme activeert de pompen van de installatie zodra de vertrektemperatuur van
de kring [voeler NTC1] lager is dan 7°C. Wanneer de vertrektemperatuur van de kring 5°C bedraagt, wordt de
Bevriezingsbeveiliging
brander geactiveerd en blijft hij actief tot de vertrektemperatuur van de kring 15°C bedraagt. De pompen blijven
gedurende ongeveer 10 minuten in werking.
Geactiveerd
Druk op de pijltjestoetsen naar OMHOOG of OMLAAG om de status Geactiveerd of Uitgeschakeld te kiezen,
Uitgeschakeld
en druk vervolgens op OK om de instelling te bewaren.
•
Geactiveerd – De functie Bevriezingsbeveiliging beschermt de installatie tegen bevriezing bij een be-
paalde vertrektemperatuur van de kring.
•
Uitgeschakeld – De functie Bevriezingsbeveiliging is uitgeschakeld. Alleen de circulatiepompen wer-
ken.
Standaard: Geactiveerd
In het venster Vorstbeveiliging temp. kan ingesteld worden vanaf welke buitentemperatuur de vorst-
beveiligingsfunctie geactiveerd wordt (alleen beschikbaar als een buitentemperatuurvoeler geïnstalleerd
Vorstbeveiliging
is). De circulatiepompen beginnen te draaien zodra de buitentemperatuur lager is dan de grens die in dit
Temp.
venster wordt ingesteld.
-30°C
Druk op de pijltjestoetsen naar LINKS of RECHTS om de Vorstbeveiliging temp. in te stellen, en druk
vervolgens op OK om de instelling te bewaren.
-30°C
10°C
Om ervoor te zorgen dat de Prestige de hele installatie beveiligt tegen vorst, moeten
alle radiator- en convectorkleppen volledig open staan.
Standaard: -30°C
EN
FR
NL
ES
IT
DE
PL
RU
nl
13